16 JANUARI 1969.
20
heen. Als er een meervoudige voordracht was geweest had de raad
kunnen discussiëren, had elk raadslid verantwoord kunnen kiezen en
was in het openbaar van gedachten gewisseld over het voor en tegen
van de kandidaat. Dit had, zo neemt spreker aan, op een zeer zake
lijke manier kunnen gebeuren, omdat de raad uit volwassen mensen
bestaat. Men had dan zelf een mond open kunnen doen en aan de
discussie kunnen deelnemen, zodat iedereen in Breda had kunnen we
ten waarom juist nu dié man de geschikte voor de wethouderszetel
werd gevonden. Het zou best mogelijk kunnen zijn dat dan ook de
heer de Raaff als zodanig had gezegevierd, maar dan langs democra
tische weg en langs de weg van de openbaarheid. De raad zou dan al
licht iets meer weten over zijn positie tegenover allerlei zaken, over
de vraag of hij tot de conservatieve dan wel de radicale vleugel van
de K.V.P, -fractie behoort of dat hij een centrum-positie inneemt.
Nu is dit volslagen onbekend. Spreker vindt het treurig dat de heer
van Loon zegt: "Gelukkig hebben we één kandidaat". Voor wie is
dat nu gelukkig, voor de raad, voor de democratie, voor de open
baarheid, voor Breda? Nee, niets van dit alles, het is gelukkig voor
de K.V.P. en natuurlijk voor de heer van Loon als fractievoorzitter
en voor niemand anders. Spreker vindt het even jammer dat alle le
den van de K.V.P. -fractie met deze gang van zaken hebben inge
stemd na alle pleidooien, ook van K.V.P. -zijde, over democratie,
inbreng etc. Speciaal de K.V.P. -wethouders zouden zich dit verwijt
zeer moeten aantrekken, als bestuurders van een partij die zegt te
streven naar deze beginselen. Zij hadden eigenlijk geen deelgenoten
moeten zijn in de handelwijze van vanavond.
Men krijgt ook een beetje bittere smaak in de mond als men in de
krant leest dat een radicaal lid van de K. V. P. -fractie op Bouvigne
een dag "democratie" organiseert, terwijl in deze zaal vanavond een
democratische happening moet plaatsvinden. Denkt men nu werkelijk
dat het publiek alles slikt, zo vraagt spreker zich af. Op Bouvigne
viert de theoretische democratie hoogtij, hier in de raadszaal, waar
de democratie in de praktijk beleefd moet worden, zwijgt zo'n radi
caal, zwijgt ook zijn geestverwant als het erom gaat ernst te maken
met de democratie in een vertegenwoordigend lichaam. Spreker vindt
het ook te betreuren dat van de andere fracties niemand hierover iets
in het midden heeft gebracht.
De heer MELZER zegt, dat men maar rustig af moet wachten, zij
die geloven haasten zich niet.
De heer VON SCHMID zegt, dat zijn opmerking is ingegeven door de
omstandigheid dat hij gewoonlijk zeker niet een van de eersten is die
aan de beurt is.
De heer MELZER merkt op, dat dit nu democratie is.
De heer VON SCHMID zegt blij te zijn dit van de heer Melzer te
horen.
De heer Kramer heeft tegen spreker gezegd, dat hij niet weet wat hij
politiek vertegenwoordigt. Spreker zou een wit paard