211
22 MEI 1969
Wanneer Uw college en de raad het functioneren van een
vrouwenadviescommissie nuttig achten, dan dient zij haar
niet zoals in het verleden met een kluitje in het riet te sturen,
maar zult U ernst moeten maken met de in Uw preadvies toe
gezegde medewerking en zou ik U willen vragen de dienst van
openbare werken opdracht te geven om bij het gereedkomen
van de schetsplannen de VAC in te schakelen, want pas dan
kan zinvol worden gewerkt.
Mevrouw JAGER zegt een heel klein beetje blij te zijn
met het antwoord van het college in het preadvies, omdat er
toch een zekere welwillendheid in tot uitdrukking komt. Zij
wil geenszins zeggen, dat men met open armen klaar staat
om de VAC te ontvangen. Het merkwaardige vindt zij, dat
het altijd de mannen zijn die huizen bouwen zonder enig over
leg met de vrouwen, die het huis leefbaar moeten maken voor
de mannen. Juist met de beperkte middelen voor de woning
bouw kan het van praktisch nut zijn om altijd de vrouwen daar
bij in te schakelen, omdat zij degenen zijn die dagelijks met
het huis te maken hebben. Vooral kan dit ook nut hebben om
een moderner inzicht in de woningbouw te bewerkstelligen,
zonder dat daardoor de beperkte middelen behoeven te worden
overschreden. Zij hoopt van harte, dat er een nauwere samen
werking met de VAC tot stand zal komen en zij gelooft, dat
er de woningbouw alleen maar beter van kan worden.
Mevrouw STOCKMANN zegt, dat het college zich in het
preadvies duidelijk positief en waarderend opstelt ten aanzien
van de VAC. Zij heeft van mevrouw de Bonte en van mevrouw
Jager gehoord dat er duidelijk een moeizame groei is geweest,
maar zij meent dat nu toch wel de waarde en de noodzaak van
de VAC bij de gemeente duidelijk naar voren komt. Daarom
dacht zij ook dat het nu mogelijk zou zijn om nu een voor
stel te doen over de samenwerking met de gemeente. Mogelijk
kunnen de wethouder en de directeur van openbare werken de
VAC eens per half jaar uitnodigen om eens alle plannen door
te nemen of in studie te geven. Waarschijnlijk zouden dan
een heleboel moeilijkheden opgelost zijn.
De heer KROON zegt, dat zijn fractie nog geen vrouwelijk
lid in de raad heeft, maar dat hij toch al eerder een pleidooi
voor de VAC heeft gehouden.
In de VAC zitten een aantal dames, die zich "con amore" en
"pro Deo" bereid hebben verklaard de plannen voor de bouw
van woningen te bestuderen. Als men het preadvies leest krijgt
men aan het einde toch nog de indruk, dat de dames met een
kluitje, in het riet worden gestuurd. Daar staat namelijk:"In
de praktijk kan wellicht nog doeltreffender worden gewerkt
door in wat vroegtijdiger stadium de bouwplannen aan de VAC
ter inzage en beoordeling te geven. Voor zover dit zinvol kan
zijn, blijven wij daartoe bereid." Spreker meent, dat de
schetsplannen aan de VAC ter inzage moeten worden gegeven
wil er van een werkelijke inspraak kunnen worden gesproken.