22 MEI 1969 214 Inderdaad heeft men vaak kunnen merken, dat men de VAC-leden als lastige klanten beschouwde en dat men ze liever niet zag dan wel. Als zo de mentaliteit is kan de VAC beter voor de eer bedan ken. Daarom wil zij nu graag een uitspraak van de raad en van het college of die het nuttig vinden dat de VAC blijft bestaan. Als de raad en het college de VAC nuttig vinden dan moet er ook ge werkt worden en dan moet men de VAC "au sérieux" nemen. De heer KROON zegt tevreden te zijn met de toezegging van de wethouder, dat deze met de VAC wil praten. Dat betekent naar zijn mening, dat ook het college de VAC een waardevolle instan tie vindt om die bij de voorbereidingen voor de bouw van woningen te betrekken. Mevrouw STOCK MA NN spreekt de hoop uit dat het door de wethouder toegezegde gesprek met de VAC zal uitgroeien tot een geregelde samenwerking. Wethouder VERMEULEN antwoordt aan de heer Kroon, dat het inderdaad de bedoeling is de VAC eens aan tafel te krijgen om te vernemen waar het eigenlijk in deze samenwerking aan schort en als de samenwerking niet goed functioneert er voor te zorgen, dat die wel goed gaat functioneren. Hij moet eerlijk zeggen, dat het hem verwondert, dat Mevrouw de Bonte zegt, dat ze 12 jaar aan het lijntje zijn gehouden, want als dat zo is, dan is het verwonder lijk dat ze in die 12 jaar niets hebben ondernomen om daarin ver andering te krijgen. Hij herinnert zich, dat hij in het verleden ook wel eens een gesprek met de VAC gehad heeft. Hij benadrukt nog maals, dat hij zeer verbaasd was uit de krant te moeten vernemen, dat er iets met de samenwerking niet zou kloppen. Hij zou het heel normaal hebben gevonden als men contact had opgenomen met het verantwoordelijk bestuur. Wat hem betreft bestaat daar over geen rancune en hij is echt bereid om nogmaals met de VAC te praten en ook met de dienst van openbare werken om datgene te bereiken wat de goede samenwerking tussen de VAC en de ge meente kan bevorderen. Hierna wordt overeenkomstig het preadvies besloten. 24. HET DOEN UITVOEREN VAN RIOLERINGS- EN BESTRATINGS- WERKEN C.A. TEN BEHOEVE VAN DE ONTSLUITING VAN HET VOOR WONINGBOUW BESTEMDE TERREIN AAN HET GROENE WOUD. Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten. 25. VASTSTELLING IN TWEE DELEN VAN HET BESTEMMINGS PLAN PRINCENHA GE-WEST. De heer VAN LOON zegt, dat het voorstel met nogal wat hor ten en stoten en ten slotte veel te laat werd ontvangen. De meeste leden hebben het stuk pas gisteren ontvangen. In het stuk wordt ge zegd, dat dit bestemmingsplan van groot belang is voor de kern

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 214