216
22 MEI 1969
Dat zal moeten gebeuren via een verbindingsweg, via een voetgan
gersdomein en via parkeergelegenheden. In het voorstel wordt ge*
sproken van een renovatie-plan, maar spreker zou er voor willen
pleiten om binnen het renovatieplan een verkeerssituatie te schep
pen zodanig, dat duidelijk en direct een relatie ontstaat tussen het
nieuwe woongebied en de oude kern.
Vervolgens citeert spreker hetgeen Drs. Wijsen in een interview ge
zegd heeft; "Er is in het hele bedrijfsleven een groei naar grotere
eenheden, maar er blijven steeds midden- en kleinbedrijven, al
komt de grens steeds hoger te liggen. Weet U wat belangrijk is?
Dat je een open oog hebt voor wat er gebeurt, dat je de nieuwe ont
wikkelingen ziet aankomen en anders ga je dezelfde weg als zoveel
en soms grote bedrijven, die door een te late reactie op onvermijde
lijke gebeurtenissen ten onder zijn gegaan". Van de middenstand en
neringdoenden van Princenhage moeten met betrekking tot de ont
wikkeling van de kern initiatieven komen zegt spreker. Het zal voor
een belangrijk gedeelte toch wel van hun daadkracht afhangen of
het gestelde doel ook inderdaad verwezenlijkt gaat worden. Zij zul
len in een vroegtijdig stadium moeten nagaan waar en welke voor
zieningen in de kern van Princenhage getroffen moeten worden.
Tot slot wil spreker een opmerking maken over de heer Kleemans,
die de enige is die bezwaar heeft gemaakt tegen de eerste fase van
het bestemmingsplan. In de bijlage van het voorstel wordt door het
college gesteld: "dat door de heer Kleemans bezwaar wordt gemaakt,
omdat zijn bedrijf geheel of gedeeltelijk zal moeten verdwijnen,
met als gevolg blijvende schade, hoofdzakelijk als gevolg van het
feit dat zijn negen schoolgaande kinderen, indien hij een nieuw be
drijf elders moet kopen, veel verder van school zullen komen te
wonen". Duidelijk is, zegt spreker, dat het verder van school wo
nen nooit het hoofdbezwaar kan zijn. Kleemans schrijft: "Het be
langrijkste bezwaar is wel, dat het bedrijf van ondergetekende ge
heel of gedeeltelijk, in ieder geval zijn woning en bedrijfsopstallen
moeten verdwijnen, waarbij weliswaar een vergoeding zal worden
gegeven, maar dat volgens mij niet voldoende in de wet de navol
gende schade is vastgesteld. Ik heb een gezin van elf kinderen in
de leeftijd van 1-18 jaar, waarvan 9 schoolgaand zijn en nog naar
school moeten.Dat is heel iets anders, aldus spreker. Na deze
rechtzetting van de bezwaren van Kleemans en met inachtneming
van de door 'hem gemaakte opmerkingen zegt spreker, dat zijn
fractie zich met het bestemmingsplan kan verenigen.
De heer WOESTENBERG zegt, dat hij in het voorstel leest, dat
er verdaging is gevraagd voor drie maanden maximaal en dat er
diverse bezwaarschriften zijn ingediend. Hij heeft het stuk eerst
gisteren ontvangen, terwijl vandaag de raad moet beslissen. Hij
vindt dat erg ongelukkig en hij doet er niet aan mee. Hij wil bij
voorbaat geacht worden tegen het voorstel te hebben gestemd.
De heer MELZER zegt het voorstel met betrekking tot Princen-
hage-West met gemengde gevoelens ontvangen en bekeken te heb
ben, niet alleen omdat hij de stukken zo laat heeft ontvangen maar
omdat hij het een droeve zaak vindt, dat het college omwille van
de ruimtenood, dit plan ter tafel legt. Hij meent zich te herinneren,