De heer KROON zegt ook te betreuren, dat de stukken zo laat zijn
gekomen, hoewel men in de afdeling ruimtelijke ordening hierover
uitvoerig heeft kunnen praten. Hij wil zich in grote lijnen aansluiten
bij het betoog van de heer van Loon, Hij vindt het eveneens belang
rijk, dat het stuk nu voortgang vindt met het oog op de geplande wo
ningbouw. Hij wil zich eveneens aansluiten bij de opmerking van dé
heer van Loon, dat het juister is te spreken over twee fasen, dan over
twee deelplannen. Tot slot onderschrijft hij de opmerkingen van de
heren van Loon en Melzer namelijk dat in het plan geen winkelcentrum
is voorzien en dat het plan zich richt op de oude kern van Princenhage.
Er zal inderdaad van de middenstand van Princenhage wel de nodige
daadkracht en de nodige moed worden gevraagd om er voor te zorgen,
dat er in die oude kern iets gebeurt, wat belangrijk moet zijn voor de
voortgang van het geheel.
De heer GOOS zegt als rasechte Princenhagenaar blij te zijn de ge
legenheid te krijgen iets over het plan Princenhage-west te zeggen.
Hij kan wel akkoord gaan met het bestemmingsplan alhoewel hij het
betreurt, dat een groot gebied met goede tuinbouwgrond verloren gaat.
Als hij met het hele plan akkoord gaat, dan doet hij dit omdat hij als
raadslid weet, dat Breda met de bebouwing moet kunnen voortgaan en
dat daarvoor dit gebied nodig is. Het is niet helemaal onbegrijpelijk,
dat er nogal wat bezwaarschriften tegen het plan zijn ingediend. Het
liefst zou hij zien, dat aan de ingediende bezwaren in zo'n ruim mo
gelijke zin tegemoetgekomen zou kunnen worden, doch dit is niet al
tijd mogelijk.
De bezwaarschriften 10 en 11 zijn afkomstig van twee bedrijven in de
Hovenierstraat namelijk van de panden 53 en 49 zegt spreker. Dit
zijn intensieve tuinbouwbedrijven. Nu valt het hem op en dat leest
hij op pagina 6 van de bijlage, dat deze bedrijven in het plan mogen
worden gehandhaafd. Bij dat woordje "mogen" is hij even blijven stil
staan. Hij is van mening, dat als er "moeten" gestaan had, het dan
gunstiger was geweest. Als deze dure bedrijven in het plan waren be
grepen zou het hele plan nogal iets duurder zijn uitgekomen. Daar
tegenover staat, dat als men nu deze bedrijven met rust laat, men
later toch voor de moeilijkheid zal komen te zitten, dat de mensen
in de omgeving met bezwaren zullen komen. Deze bedrijven zitten
namelijk met stookolie voor de verwarming van de kassen. Men kan
nu wel zeggen, dat er een hinderwet is op grond waarvan voorwaarden
kunnen worden gesteld om roetverspreiding tegen te gaan. Spreker
wijst er in dit verband op, dat de exploitanten geheel buiten hun
schuld veroorzakers van de moeilijkheden zullen zijn, als er in de
directe omgeving woningen worden gebouwd. Als de bewoners van de
nieuwe wijk hun bezwaren gaan uiten tegen het euvel van de roetver
spreiding en dat komt onherroepelijk want daar zijn in Nederland al
voorbeelden van bijvoorbeeld in het Westland, dan komt de gemeente
voor de moeilijkheid te zitten, dat de bedrijven uiteindelijk toch nog
moeten worden uitgekocht. Hij kan zich moeilijk voorstellen dat de
ze bedrijven moeten worden gehandhaafd als een soort bufferzone
tussen de oude kern van Princenhage en de nieuwe woonwijk. In ver
band hiermede verzoekt hij het college de mogelijkheid te willen be
zien om deze twee bedrijven in het plan op te nemen.