221
22 MEI 1969
hinderwetvergunning hebben en de bebouwing komt naar hen toe met
als gevolg, dat de gemeente op grond van de hinderwet voorwaarden
zou moeten gaan stellen, dan zou het best eens tot gevolg kunnen
hebben, dat de gemeente zou moeten bijdragen in de kosten van de
te treffen voorzieningen. Op zich genomen zou dat uiteraard altijd
nog een stuk voordeliger zijn dan het nu verwerven van die bedrijven.
Het zou kunnen betekenen, dat de gemeente een bijdrage moet ver
lenen in de ombouw van stookolie op aardgas, maar het zou evengoed
een blijvende bijdrage kunnen betekenen in de exploitatie. Ook in de
afdeling heeft spreker reeds gezegd, dat deze zaak nog eens serieus
bekeken zal worden. Ook al wordt het plan in deze vorm vastgesteld,
er is altijd nog de mogelijkheid, zo het nuttig zou blijken, om met
deze mensen van gedachten te wisselen en eventueel te onderhande
len.
De heer van Loon heeft over St. Martinus gesproken en de heer Goos
heeft dat later nog eens benadrukt door een toezegging te verlangen.
Spreker vindt het vragen om die toezegging door de heer Goos een
soort veto. Hij is een beetje bang om die toezegging te doen en hij
gelooft ook niet dat het verstandig zou zijn. De gemeente zou er door
belemmerd kunnen worden in zijn onderhandelingspositie ten opzichte
van Sï. Martinus. Het college is het over de betekenis van St. Marti
nus voor de stad wel eens en het is er ook van overtuigd, dat er alles
aan gedaan moet worden om voor het bedrijf uitbreidingsmogelijkhe
den te scheppen, zo dat mogelijk is. Er is in de onderhandelingen
eigenlijk al een gebied voor bestemd, hetgeen de heer Goos mogelijk
ook wel weet. Er zal onderhandeld moeten worden hoe dat gebied
eigendom van St. Martinus wordt en tegen welke prijs. Hij zou graag
zien, dat de heer Goos de gemeente haar positie van onderhandelings
gelijkheid biedt, want als hij nu de gemeente al vastprikt op een be
paalde prijs, die misschien beneden de kostprijs ligt, dan is dat ten
opzichte van de gemeente niet juist. Martinus is echt, en dat is dan
een compliment, een bedrijf, dat weet wat het wil. Het is geen part
ner, die bescherming tegenover de gemeente nodig heeft. De gemeen
te zal zich ten opzichte van St. Martinus voor wat de uitbreidingsmo
gelijkheden van het bedrijf betreft positief opstellen.
De heer van Loon heeft ook gesproken over de oriëntatie van het plan
op de oude kern van Princenhage. Het bestemmingsplan is juist met
het oog op die oude kern in deze vorm tot stand gekomen, zegt spre
ker. De heer van Loon heeft drie omstandigheden genoemd namelijk
de kwaliteit van het economisch klimaat in de kern, de nieuwe im
pulsen, die de nieuwe woonwijk zal geven en het initiatief van de
particulier.
Al deze punten samen vormen voor het college een heel groot pro
bleem. Het college heeft inderdaad beoogd met het nieuwe uitbrei
dingsplan een economische impuls te geven aan de bestaande kern
van Princenhage. Het is uiteraard veel moeilijker met een nieuwe
wijk aan een bestaande kern een nieuw lichaam te geven, dan een
geheel nieuwe wijk te creëren ook voor wat de bouw van woningen
betreft.
We hebben hier te maken met een oude kern, die nu nog bezet is
met een veel te groot aantal winkeleenheden. Er zijn ruim honderd
winkels, terwijl het er hoogstens 40 zouden mogen zijn wil'het goed
zijn en leefbaar voor iedereen. De ruimte speelt ook nog een rol.