22 MEI 1969
226
Wethouder BROEDERS antwoordt hierop, dat zijn collega van
personeelszaken, die nu even afwezig is, beter in de techniek van
deze zaken thuis is en dat hij er verder niet over kan praten.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten om geen hoger
beroep in te stellen.
28. VERHOGING VAN DE WETHOUDERSBEZOLDIGING PER 1 JANU
ARI 1969 EN TOT AUTOMATISCHE TOEPASSING IN DE TOEKOMST
VAN TRENDMATIGE VERHOGINGEN OP DEZE BEZOLDIGING.
30. VASTSTELLING VAN HET VOOR HET JAAR 1969 GELDENDE UIT
GIFTEPRIJZEN VAN INDUSTRIETERREIN.
Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.
29. NOTA INZAKE DE CENTRALE WUKVERWARMING.
Hierbij zijn tevens aan de orde de punten 2 en 26.
De heer WOESTENBERG zegt, dat in de nota dingen staan, die
anders of omgekeerd werden behandeld op meetings of hearings ook
door leden van de grootste fractie. Hij vindt dit weer de bekende
toon van dubbelzang en hij maakt bezwaar tegen het maken van po
litiek over de hoofden heen van de mensen, die met de ellende van
de wijkverwarming zitten. Hij maakt ook bezwaar tegen de wijze
van opstelling, want door de fractievoorzitter van de KVP is in die
hearing wel degelijk erkend, dat er door de gemeente fouten zijn ge
maakt. In het algemeen wordt de hele raad door de bevolking aange
sproken en in de pers wordt de hele gemeenteraad verantwoordelijk
gesteld.
Maar er is toch een commissie voor de energie- en waterbedrijven
zegt spreker.
In eerste instantie hebben de leden van die commissie daarover te
oordelen en het publiek weet niet, dat de raadsleden daarin geen
inspraak hebben.
Er zijn nu heel veel zaken bekend, want het is meer dan een jaar
geleden, dat is toevallig geweest op een wijkvergadering in Doornbos,
waar de heer van Duijl verklaarde, dat hij een kast vol had van gege
vens over alle klachten. Hij vraagt zich alleen af waarom het dan
twee jaar geduurd heeft de ellende van die wijkverwarming. Men
spreekt alweer over de aanstelling of het aantrekken van nieuwe des
kundigen. Het woord deskundige krijgt bij hem toch wel een bittere
klank, zegt spreker. Als men "de deskundigen" aan het werk heeft
gezien blijkt, dat ze een té smalle diameter aan de buizen hebben
aangelegd en deze niet voldoende hebben geïsoleerd. Men heeft de
buizen vermoedelijk niet altijd waterpas gelegd en daaruit komen
ook gemakkelijk mankementen voort. Hij spreekt als ondeskundige,
maar hij weet wél, dat er geluidshinder ontstaat als men een hoop
water door 3.1 te smalle buizen wil persen, want als men buizen legt
meteen grotere diameter, dan ontstaat ér vrijwel geen geluidshinder
meer.