239 22 MEI 1969 monumentenwet, zodat van slopen geen sprake kan zijn. De gemeente heeft het pand aangekocht om het als ruilpand te laten dienen. Daardoor kon het verhuurd worden. Na de hiervooraangehaalde publikatie heeft de directeur, desgevraagd, medegedeeld, dat alleen in de vertrekken \an het pand, waarin het bovenbedoeld gezin is ondergebracht, de muren vochtig en beschimmeld zijn. Uit een onderzoek is gebleken, dat deze gebreken niet zijn ontstaan als gevolg van dak-of gootl ekkages doch door het volledig afsluiten van alle ventilatie-openingen. Zo is een luchtrooster, dat is aangebracht in een bovenlicht, aan de binnenzijde met plastiek dichtgeplakt, evenals een luchtrooster in een muur aan de buitenzijde van de achtergevel. De vochtigheid van de muren moet uitsluitend aan condensvorming worden toegeschreven; verder zijn in het pand geen gebreken geconstateerd. De directeur van voormelde stichting, die van gemeentewege over het resultaat van het onderzoek is geïnformeerdheeft toegezegd te zullen bevorderen, dat de wijze, waarop het betrokken gezin van de woonruimte in het pand gebruik maakt, in gunstige zin wordt beïnvloed. VRAAG. De heer KRAMER vraagt de bemiddeling van het college om in het wachthuisje van de B. B. A. op het Stationsplein verlichting te doen aanbrengen. Dit wachthuisje is al de hele winter onverlicht en dit brengt ongerief mee voor de buspassagiers, die nog niet eens kunnen zien hoe laat hun bus vertrekt. ANTWOORD. Het wachthuisje van de stadsautobusdienst zal van gemeentewege zo spoedig mogelijk van een passende verlichting worden voorzien. VRAAG. De heer BIEMANS constateert dat de dienst van beplantingen onlangs een serie bomen heeft geplant langs de Ettensebaan en wel juist aan die zijde waar zij de grootst mogelijke schade aan de tuinbouwprodukten kunnen toebrengen. Tot overmaat van ramp zijn het ook nog populieren, welke in een paar jaar een heel eind opschieten en een maximum aan schaduw afwerpen. Hij wil duidelijk' stellen dat hij niet tegen beplanting is, maar de beplan ting op deze plaats vindt hij wel erg ongelukkig gekozen. Hij vraagt het college deze zaak te willen bezien. ANTWOORD. In eerder stadium is aan het lid van Uw raad, de heer Goos, toegezegd dat op korte termijn maatregelen zullen worden genomen om de bomen, die hinder en schade kunnen veroorzaken te verplanten of te verwijderen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 239