19 JUNI 1969 256 scholen. Dit zijn drie moeilijk te verenigen factoren. De heer KRAMER acht de drieledige pet nog te klein, want hij denkt aan een pet met vier verdiepi ngen, maar hij zou de wethouder willen aanraden gewoon wethouder te blijven. Hij zal wellicht trachten om de smalheid van de vertegenwoordiging op te heffen door in de breedte te werken. Spreker heeft begrepen, dat het breder worden in geeste lijke zin mogelijk is. Hij verheugt zich erover, dat er een kans is later de werkgroep wat uit te breiden, doch hij heeft enig bezwaar, dat de raad wordt afgescheept met de mededeling, dat het overleg met de schoolbesturen moet worden heropend. Spreker bedoelt het stellig niet onvriendelijk, want dat zou niet in overeenstemming zijn met het belang van dit initiatief. Hij meent, dat de wethouder hem heeft uitgedaagd om deskundigen te noemen. In eerste instantie heeft hij ze met opzet niet genoemd, doch hij is thans bereid dit te doen. Hij wijst op de adviezen van de stichtingen voor school- en beroeps keuze, die hij hoog aanslaat. Daarnaast een pedagoog. De wethouder zelf noemde al een psycholoog, waar spreker niet zo dol op is. Maar spreker kan er tevreden mede zijn, dat de wethouder bereid is de adviezen van deskundigen in te winnen, zoals hij heeft begrepen. Spreker wil nog één verzoek doen: Hoewel hij de tweede vertegenwoor - diger van de gemeente nog niet ziet komen, wil hij de suggestie doen een deskundige van het bureau onderwijs aan de werkgroep toe te voe gen als ambtelijk secretaris. Wethouder BROEDERS verklaart, dat hij natuurlijk bereid is mede te werken aan het inschakelen van allerlei deskundigen, zo dit nodig is. Het inwinnen van adviezen zal natuurlijk deel uitmaken van ae werkzaamheden van de commissie. De beoordeling van een deskundigheid bijvoorbeeld een psycholoog, waarvan de heer Kramer zegt, dat hij er niet gek op is, is een moeilijke zaak, die in de werkgroep moet worden beantwoord. Daarom is het goed, dat op be.- stuursniveau wordt begonnen en dat van daaruit deskundige adviezen worden gevraagd. Al zou het gebeuren, dat de wethouder er niet veel voor zou voelen, dan zou hij net niet kunnen tegenhouden, wanneer het door de vertegenwoordigers van het r. k. onderwijs, van het protestants- christelijk onderwijs, van het bijzonder-neutraal onderwijs of door de inspecteur zou worden gevraagd. Maar spreker wil van zijn kant er nog wel bij zeggen, dat hij zelf prijs stelt op deskundigheid, doch zelfs al zou hij er anders over denken, dan nog zijn er verschillende wegen, waarlangs de deskundig heid de werkgroep kan bereiken. Mevrouw de Bonte heeft gezegd, dat er bij de bestaande groep begrip moet worden aangekweekt. Dat is inderdaad de bedoeling van een komend gesprek: begrip wekken voor de situatie, waarin men nu zit. Spreker wil bepaald nog geen uitspraak doen over de vraag of de bestaande groep haar activiteiten moet beëindigen. Het gaat er natuurlijk niet om de leerkrachten uit te schakelen. Integendeel hun adviezen zullen noodzakelijk zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 256