25
16 JANUARI 1969.
De heer BROOIMANS zegt te hebben gedacht dat hem de vraag
zou worden gesteld of hij kandidaat zou zijn.
De VOORZITTER antwoordt dat die vraag gesteld is en vraagt hem
of hij daarover nog iets wenst te zeggen.
De heer BROOIMANS zegt dat het antwoord op die vraag "ja" zou
zijn geweest, ware het niet dat de fractiediscipline van hem eist dat
hij "neen" antwoordt.
De VOORZITTER verzoekt de heren van der Zwan, Melzer en van
Loon het stembureau te vormen.
Uitgebracht worden 34 stemmen, waarvan 22 op de heer de Raaff, 1
op de heer van Gastel, 9 blanco en 2 ongeldig, zodat de heer de
Raaff tot wethouder is gekozen.
De heer DE RAAFF beantwoordt de vraag van de voorzitter, of hij
zijn benoeming aanneemt, bevestigend.
De VOORZITTER wil als eerste de heer de Raaff van harte geluk
wensen met zijn benoeming tot lid van het college van burgemeester
en wethouders van Breda. Hij heet hem van harte welkom in dit col
lege. Hij hoopt dat de heer de Raaff er zich thuis zal voelen en dat
deze veel voor de stad zal kunnen doen en dat hij ook een bijdrage
zal leveren in de uitstekende persoonlijke verhoudingen die in dit
college van burgemeester en wethouders bestaan.
Wethouder DE RAAFF dankt de voorzitter voor diens vriendelijke
woorden en hij zou de leden van de raad, die gemeend hebben hun
vertrouwen in hem te kunnen stellen, willen bedanken voor dit ver
trouwen, hetgeen hij zeer op prijs stelt. Eenmaal als wethouder op
dreef hoopt hij dit vertrouwen niet te beschamen en het vertrouwen
van de overige raadsleden alsnog te winnen. Graag wil hij bovendien
zijn aandeel leveren in de goede verhoudingen tussen de raad en het
college.
3. BEZWAARSCHRIFT VAN J. AVAN GOOL INZAKE AANSCHRIJVING
TOT WONINGVERBETERING.
Wordt in handen gesteld van burgemeester en wethouders voor het
uitbrengen van een preadvies.
4. VOOR KENNISGEVING AAN TE NEMEN STUKKEN (A T/M R)
Voor kennisgeving aangenomen.
4 S. ANTWOORDEN OP DOOR RAADSLEDEN GESTELDE VRAGEN.
VRAAG.
Mevrouw DE BONTE zegt, dat haar klachten hebben bereikt van