19 JUNI 1969 262 In het college is erover gesproken, dat de afdeling openbare werken nog bericht moest krijgen omdat het stuk in de raadsvergadering zou worden behandeld. Dat was op dinsdag; op woensdag heeft het college de gehele dag vergaderd over de begroting - tot 's. avonds laat, en nu is het donderdag. Daarom is - geheel ten onrechte - verzuimd de afdeling in te lichten. Mevrouw VAN MIERLO-MUTSAERS meent, dat zij op haar vraag slechts een zijdelings antwoord heeft gekregen. Haar vraag was concreet: Is er een nota over het budget, waaruit blijkt, dat uit de entrée's het renteverlies van het kapitaal betaald kan worden? Op deze vraag heeft zij nog geen direct antwoord gekregen. De heer KRAMER wil alleen over het door hem gewenste ruige speelveld nog iets zeggen, omdat hij het op dit punt niet geheel eens is met de wethouder. De wethouder bestrijdt niet het nut van een ruig speelveld, doch hij stelt, dat daar in de buurt enige ruige speel velden zijn. Spreker is echter van mening, dat een dergelijk speelveld beter in een groot complex kan worden opgenomen. Dat is zekerder. Wanneer het buiten een groot complex ligt, bestaat er geen zekerheid, dat het zal blijven. Op dit moment zijn er wel enkele ruige speel velden, doch men weet niet, hoe lang nog. De heer WOESTENBERG is wel tevreden met het antwoord van de wethouder. Hij heeft echter nog zitten denken aan de mogelijkheid om het gehele sportpark te omringen met een wieler baan, doch hij vreest, dat het wel wat kostbaar zal worden. De heer VAN DER WERFF stelt, dat zijn fractie verheugd is bij het vernemen van de mededeling, dat het college van plan is geweest de leden van de afdeling van openbare werken te waar schuwen. Hij vraagt begrip voor de omstandigheid, dat tengevolge van het uitblijven van deze waarschuwing in net fractieberaad over de agenda van vandaag niet zoveel aandacht aan de onderhavige zaak is geschonken als het doel én de hoogte van het te investeren bedrag eigenlijk vergden. Het doel is sprekers fractie bijzonder sympathiek. Hij acht het van grote betekenis, dat in de Wisselaar een sportpark van allure komt. Wel heeft zijn fractie daarbij twee vragen, die hij thans in tweede instantie wil formuleren. Ten eerste: door wie zijn de plannen voor dit sportpark opgesteld? Er zijn aan de aanleg van een sportpark nogal wat problemen ver bonden: technische problemen, doch ook problemen op het specifieke terrein van de sport. Welke sporten dragen elkaar een goed hart toe? Er moet een soort samenspel van de verschillende takken van sport komen. De gemeentelijke sportdienst zal hieraan wel gewerkt hebben, doch spreker neemt aan, dat men adviezen heeft ingewonnen van nationale experts op dit gebied. De tweede vraag heeft betrekking op de drainage en andere voorzieningen ten aanzien van de grond, speciaal in het gebied, waar het sportpark zal zijn gesitueerd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 262