19 JUNI 1969 264 sportvelden moeten worden aangelegd. In beide door de heer van der Werff bedoelde opzichten is dus advies gevraagd. De heer VAN DER WERFF zegt bij interruptie, dat het advies van de Heidemij. duidelijk een bodemkundig karakter heeft. Maar ten aanzien van de opstelling van de verschillende accommodaties, b.v. honkbalveld naast tennisbaan naast voetbalveld, is de Heidemij. stellig niet de meest bevoegde instantie. Spreker zou meer voelen voor het raadplegen van de Nederlandse Sportfederatie. Wethouder VAN BIJNEN stelt, dat er ook een groot stuk deskundigheid zit bij de dienst van beplantingen en bij de sportdienst. Daarnaast heeft de Heidemaatschappij een grote ervaring bij de aanleg van sportcomplexen en recreatieoorden en niet alleen ten aanzien van de beoordeling van de bodemgesteldheid. De VOORZITTER sluit daarop de discussies en stelt vast, dat het voor stel met inachtneming van de opmerking van wethouder van Bijnen tot schrapping van de woorden één jaarop pagina 2 is aangenomen. 8. VERZOEK TOT HET ROOIEN VAN DE BOMEN AAN DE MINISTER NELISSEN STRAAT. De heer BAYENS zegt, dat het rooien van de bedoelde bomen reeds in 1961 in de raad ter sprake is geweest. Nu, na 8 jaren, zijn de bomen stellig niet kleiner geworden. In februari 1968 li jaar geleden is door de bewoners geschreven over de overlast, die zij van de bomen ondervinden. Toen was 5/6 deel van de bewoners vóór het rooien van de bomen. De huizen krijgen te weinig zonlicht, de auto's worden vuil, vooral wanneer de bomen gaan druipen. Er kan in de voortuintjes niets groeien, in de herfst vallen de bladeren. Spreker meent, dat wanneer 5/6 deel van de bewoners - in totaal misschien wel 70 a 80 - het verzoek tot de raad richten de bomen te rooien, het college daaraan misschien gevolg zou kunnen geven. Nu zijn er inmiddels 5 bomen gerooid, terwijl de grote takken zijn ge snoeid. Ook de boom voor het huis van de schrijver van de onderhavige brief is verdwenen. Vanmorgen kon men nog over de radio horen, dat langs de bekende weg Hilversum-Baarn de bomen zijn gerooid. Daarover is ook nogal wat te doen geweest. Tenslotte zijn ze gerooid om verkeers technische redenen. Daarbij werd overwogen, dat ze over 25 jaar toch zouden moeten verdwijnen omdat ze dan oud, versleten en misschien ziekelijk zullen zijn. Het betrof hier niet eens lindebomen. Spreker wil het verzoek tot het rooien van de bomen ondersteunen. Mevrouw VAN MIERLO-MUTSAERS stelt, dat zij blij is met het pread vies, waarin wordt voorgesteld de bomen niet te rooien. Bomen zijn de r schoonheid van teen stad en spreekster gelooft, dat men op de verkeerde weg is, als alle bomen zomaar kris kras worden gerooid.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 264