271
19 JUNI 1969
vragen of hier een duidelijke noodzaak aanwezig is. Uit de tweede
alinea van het voorstel blijkt, dat in 1967 een 6ÖO-tal personen
hulp heeft gevraagd. Dit betekent nog geen 2 aanvragen per dag.
Wanneer dan geconstateerd wordt, dat de kosten voor 1970 op
30.000, -- worden geraamd, is de vraag gerechtvaardigd of er
evenwicht is tussen het behoefte-element enerzijds en de dwingende
noodzaak anderzijds. Daarbij komt spreker dan aan zijn tweede vraag:
Als er een deskundig functionaris moet zijn, wil spreker gaarne ver
nemen, welke de aard van deze deskundigheid zal moeten zijn.
Indien daar dan ook nog een bureau-assistent bij nodig is, dan zal
dit uit de aard der zaak wel weer de eeuwige documentmappenverzame-
laar zijn, die de neiging zal hebben onder te sneeuwen onder allerlei
papieren. Misschien is deze uitlating van spreker een beetje cru,
maar dit is in de praktijk toch een zaak die van tijd tot tijd voorkomt.
Spreker heeft nog een derde vraag, nl. hoe ver reiken de omstreken
van de stichting Telefonische Hulpcentrale Breda en omstreken?
De heer KRAMER stelt, dat het voorstel hem sympathiek is. En
niet alleen vanwege het woord telefoon. Hij is niet zo somber als de
vorige spreker en gelooft, dat men niet moet redeneren vanuit de
situatie van 1967. Er is een behoefte en deze behoefte moet men
naar sprekers mening niet zo maar naast zich neerleggen. Mensen
die in nood zijn moeten geholpen worden en ergens moet daarvoor
een regeling zijn. De opzet hiervan hangt af van vele factoren.
De hulp, die geboden kan worden is onder meer afhankelijk van de
samenwerking van verschillende instanties. De hulp van de centrale
moet overbruggend zijn en verwijzend. Daarnaast moet er voor gewaakt
worden, dat het idee ontstaat, dat alleen deze stichting de hulp
kan bieden, dat de stichting alleen zaligmakend is. Voor het overige
heeft spreker nog één probleem. Die nood, waarvan hier sprake is,
is er 24 uur per dag. De functionaris en de assistent - hoe goed zij
ook mogen zijn - kunnen alleen niet deze zaak verzorgen. Spreker
hoopt, dat er een practische openingstijd is, of dat er een regeling
wordt gevonden om te realiseren, dat het mogelijk is deze centrale
steeds te bereiken.
De heer V. D.ZWAN deelt mede, dat zijn fractie blij is met het
voorstel, daar een dergelijke hulpcentrale inderdaad in een behoefte
voorziet. Ervaringen in andere grote steden, zoals Amsterdam, Den
Haag, bewijzen, dat zo'n centrale inderdaad zeer effectief kan zijn
en tragische ongevallen kan voorkomen. Maar doeltreffend werken
is eerst mogelijk, als er voldoende bekendheid is met het bestaan
en het werk van de stichting. Naar sprekers mening zullen de mensen,
die zich tot de hulpcentrale wenden, het pad bijster zijn en niet meer
weten waar zij naar toe moeten, of tot wie zich te wenden. In het
verleden waren het veelal de kerken, waar men terecht kon, doch als
gevolg van de toenemende secularisatie ontstaat er een bevolkings
groep, die zich niet meer automatisch tot de kerk wendt. Déze men
sen kunnen nu terecht bij de hulpcentrale. Het is een telefonische
hulpcentrale, die men dus telefonisch kan raadplegen. Nu zou spreker
willen bepleiten, dat bejaarden bij voorrang een aansluiting op het