19 JUNI 1969
276
wie dan ook. Spreker is blij met het onderhavige voorstel, doch hij wil
het door hem geopperde denkbeeld toch in deze raad lanceren.
Mevrouw VAN MIERLO-MUTSAERS verwondert zich over het standpunt
van de heer van der Werff, die aan de ene kant bevreesd lijkt voor teveel
papier, doch aan de andere kant wel aandringt op een uitvoerige rapportage.
Voorts wil zij meedelen, dat naar haar inzicht de functionaris een deskun
digheid moet hebben, liggend in de sfeer van het maatschappelijk werk.
De definitie van een goede maatschappelijk werkster is, dat zij goed kan
delegeren. Dit delegeren wil niet zeggen, dat er geen gevallen overblijven,
die de functionaris zelf moet behandelen of die beter door deze functiona
ris kunnen worden behandeld dan door een ander. De bereikbaarheid gedu
rende de nacht is zeer belangrijk. In de nachtelijke uren kan men moeilijk
iemand - een instantie b.v. - opbellen.
Wethouder DE RAAFF zegt, dat mevrouw van Mierlo hem al geholpen
heeft met het beantwoorden van de vraag van de heer van der Werff
over de aard van de deskundigheid van de functionaris, welke vraag
hij in eerste instantie had vergeten te beantwoorden. Het is echter
duidelijk, dat - wanneer men een apparaat heeft, dat moet verwijzen
naar de betrokken instanties - daarvoor geen hooggekwalificeerde kracht
nodig is. Nodig is een maatschappelijk werker met V. O.(voortgezette
opleiding).
Daarnaast is een team aanwezig van psychiaters, psychologen en andere
deskundigen, die de vrijwilligers kunnen coachen en aanwijzingen en
advies kunnen, geven. Voorts deelt spreker mede, dat het beslist niet de
opzet is, dat het werk van de telefonische hulpcentrale zich zal ontwik
kelen. in de richting van wijkmaatschappelijk werk. De hulpcentrale
heeft een twee-ledige taak: verwijzend en overbruggend. Zo mogelijk dus
verwijzen en zo nodig - waar dus niet meteen kan worden geholpen -
even overbruggen totdat de juiste hulp gevonden is. Op de mededeling
van de heer van der Werff, dat zijn fractie zich niet voor de toekomst
wil binden, antwoordtspreker, dat ook uit de tekst van het ontwerp-besluit
al blijkt, dat het vooralsnog een tijdelijk karakter heeft. Gesproken wordt
nl. van de "thans geldende bepalingen van de door het rijk gehanteerde
subsidieregeling"
Tenslotte deelt spreker naar aanleiding van de opmerking van de heer
van Gastel over de niet-gesubsidieerde lOrfo mede, dat hieromtrent
overleg is gevoerd met de voorzitter van de stichting. Er zijn nog andere
mogelijkheden bij verschillende andere instanties, waar men kan aan
kloppen om een bijdrage te ontvangen. Deze voorzitter zag de situatie
niet zo somber in.
Hierna wordt overeenkomstig besloten.
25.VERLENEN VAN EEN JAARLIJKS SUBSIDIE AAN DE DR. JOHANNES
DE JONG-STICHTING T. B.V. DE EXPLOITATIE VAN EEN OP TE
RICHTEN DAGVERBLIJF VOOR ZEER JEUGDIGE GEESTELIJK GEHAN
DICAPTEN.