277 19 JUNI 1969 Dit agendapunt is behandeld bij agendapunt 13. Overeenkomstig het voorstel is besloten. 26. VASTSTELLEN VAN UITGIFTEPRIJZEN VAN GRONDEN VOOR HET JAAR 1969. Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten. 2 7. MEDEDELING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS INZAKE DE OVERDRACHT VAN. WONINGWETWONINGEN AAN PARTICULIEREN. De heer QUADEKKER constateert, dat de klemtoon is'gelegd, waar deze liggen moet: Het onderhavige stuk is inderdaad een mededeling van het College. De fractie van spreker heeft dit stuk ampel besproken en de pun ten, die hier als argument worden gebruikt, in overweging genomen. De fractie is tot de conclusie gekomen, dat geen der vier genoemde argumenten werkelijk steekhoudend kan worden genoemd. Na vermelding van de 4 argumenten in de onderhavige mededeling heeft spreker gelezen, dat "gelet op het bovenstaande het College dan ook besloten heeft om de medewerking tot aankoop van een woningwetwoning voor onbepaalde tijd op te schorten". Spreker wil hierop aansluiten en zeggen: Gelet op het hiervoor medegedeelde door ondergetekende namens de fractie, hebben wij dan ook besloten niet accoord te gaan met deze mededeling en het College te verzoeken deze mededeling terug te nemen en onverkort medewerking te blijven verlenen aan de overdracht van woningwetwoningen aan particulieren en voorts te bevorderen dat de voorliggende aanvragen - men spreekt van 120, waarbij sommigen dateren van 1967 - zo spoedig mogelijk worden afgedaan. Hierbij wil spreker het in eerste instantie laten. De heer VAN DER ZWAN laat een heel ander geluid horen dan de vorige spreker. Zijn fractie is accoord met de inhoud van de mededeling. Deze mededeling kwam overigens niet onverwacht. De woningsituatie - niet alleen in Breda, doch overal in grote steden - is van dien aard, dat ter oplossing van het woningprobleem andere wegen moeten worden ingeslagen. Het aantal ingeschrevenen bij het huisvestingsbureau ver toont een stijgende tendens. Bij de oorzaken, die in de mededeling van het College zijn vervat, mist spreker één oorzaak, die actueel is en naar sprekers mening van grote betekenis, nl. de vonnisgevallen. Deze gevallen zijn een uitvloeisel van de huurliberalisatie, zoals die enige tijd bekend is. Tegenover de 120 gevallen, die de heer Quadekker heeft genoemd, van particulieren, die een aanvraag hebben lopen voor een woningwetwoning, wil spreker stellen de ongeveer 125 woningzoekenden, tegen wie een vonnis is uitgesproken, krachtens hetwelk zij hun woning binnen afzienbare tijd moeten ontruimen. Naar sprekers inlichtingen aangeven, zijn ongeveer 125 afschriften van dergelijke vonnissen bij het huisvestingsbureau aanwezig. Het huisvestingsbureau dient er voor te zorgen, dat voor deze categorie woningzoekenden binnen afzienbare tijd - en spreker neemt aan, dat dit voor het gros van de gevallen voor het einde van het jaar is - een woning beschikbaar is. Kan het huisvestingsbureau niet hiervoor zorgen, dan komen deze mensen op straat te staan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 277