288 19 JUNI 1969 Na enige discussie vat de VOORZITTER het in stemming te brengen punt ais volgt samen: Er is een mededeling van het college, waarin een besluit van dit college is opgenomen. Tegen dit besluit bestaat geen bezwaar. De heer Quadekker heeft een voorstel ingediend, strekkende tot intrekking van de mededeling van het college en het daar in vervatte besluit, tot net blijven verlenen van medewerking aan de verkoop van woningwetwoningen aan particulieren onder de door het rijk gestelde voorwaarden en tot het afhandelen van reeds ingediende aanvragen tot aankoop van woningwetwoningen. Het voorstel van de heer Quadekker wordt in stemming gebracht. Stemt men dus vóór dit voorstel, dan stemt men tegen de mededeling van het college. Stemt men tegen het voorstel van de heer Quadekker» dan stemt men vóór de mededeling van burgemeester en wethouders en het daarin vervatte be sluit. De VOORZITTER spreekt als zijn overtuiging uit, dat de zaak thans duidelijk is. Hierna wordt overgegaan tot een hoofdelijke stemming. Uit de gehouden stemming blijkt dat 26 stemmen zijn uitgebracht. Vóór stemden: mevrouw Stockmann, mevrouw Krens, mevrouw van Mierlo ende heren van Caulil, de Gijsel, van Loon, Bayens, Kroon, Biemans, Goos, van Gastel, Quadekker, Kramer en Woestenberg. Tegen stemden: mevrouw de Bonte en de heren Spanjer, Wierckx, van Werkhooven, von Schmid, van der Zwan, de Raaff, Broeders, Vermeulen, van der Werff, v. d. Meerendonk en Barij. Zodat het voorstel van de heer Quadekker is aangenomen met 14 stemmen voor en 12 stemmen tegen, hetgeen betekent, dat het besluit van burge meester en wethouders, vervat in de aan de orde zijnde mededeling, is verworpen. 28. OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE VERVREEMDING VAN ONROE REND GOED. 29. OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE VERWERVING VAN ONROEREND GOED. Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. 30. VERZOEKEN EX ARTIKEL 72 VAN DE LAGER-ONDERWIJSWET 1920 VOOR DE AANSCHAFFING VAN EEN REKENKUNDIG PRACTICUM T.B. V. EEN AANTAL SCHOLEN VOOR GEWOON LAGER ONDERWIJS. De heer BAYENS zegt, dat het wel toevallig zal zijn, dat de agenda begon met een stuk over het onderwijs en eindigt met een dergelijk stuk Beide voorstellen tonen aan de grote vrijheid, ae grote medewerking, spreker zou haast zeggen de grote vaardigheid van de wethouder. Ook het Onderhavige preadvies is door sprekers fractie met grote belangstelling ontvangen. Het be treft hier een experiment, dat voorlopig op 7 scholen zal worden uitgevoerd voor de periode van één jaar. Het is nogal een wijdlopig experiment. Ver schillende mensen, zijn er erg blij mee. Spreker zal er niet verder over uitwijden, daar het preadvies duidelijk is. Hij heeft in de commissie voor het onderwijs een vraag gesteld en de wethouder heeft duidelijk geantwoord.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 288