317
17 JULI 1969
op de Kapitrelweg gewezen heeft, het voorstel laat doen van toevoeging
extra agendapunt volgens art. 16 van het reglement van orde.
In ieder geval is het nodig geweest dat er een dode gevallen is. Hij
vindt het een beetje tragisch, dat dit gebeurd is, misschien had dit
voorkomen kunnen worden. Aan het gebeurde, zegt spreker, hebben we
allemaal een klein beetje schuld en dan moet men willen erkennen dat
een schrijven van de bevolking, dat een beetje scherp gesteld is, omdat
zij bezorgd zijn voor hun kinderen, een heel gewone zaak is.
De heer VON SCHMID wil slechts enkele opmerkingen maken, om
dat er al bijzonder veel over deze kwestie gezegd is. Ook hij wil echter
zijn dankbaarheid uitspreken over de toezeggingen die door wethouder
Vermeulen gedaan zijn ten aanzien van de noodinstauatie die aange
bracht zal worden.
In de tweede plaats heeft ook hij als weggebruiker sterk de indruk
- de heer van Werkhooven heeft dat reeds naar voren gebracht - dat
speciaal het kruispunt Kadijk/Kapitteiweg bijzonder moeilijk ligt, zelfs
als er op dit kruispunt stoplichten zullen zijn aangebracht. Er ontbre
ken als het ware markeringen op de weg. Hij zou zich dan ook hele
maal willen aansluiten bij wat de heer van Werkhooven gezegd 'heeft
met. betrekking tot de rotondes die op den duur op deze weg zullen
moeten komen. Speciaal gezien het feit dat deze weg steeds drukker
zal worden als de aansluiting straks een feit zal zijn. Ook hij is van
mening dat rotondes de enige afdoende manier is om ongelukken te
voorkómen, omdat daardoor de mensen als het ware gedwongen worden
in een langzamer tempo te ri jden. Tot slot zou hij het volgende nog wil
len zeggen over de onderhavige brief. Spreker gaat er van uit, dat bij het
college van b en w natuurlijk de bereidheid aanwezig is, al het mogelijke
te doen om de verkeersveiligheid te bevorderen. Hij meent echter dat
men de brief anders moet interpreteren. Niet rechtstreeks, namelijk dat
de ondertekenaars er vanuit zouden zijn gegaan, dat men niets aan de
situatie ter plaatse zou willen doen, maar dat bij hen de vrees leeft, dat
het misschien lang zou gaan duren, dat er te laat zou worden ingegrepen.
Dat neeft deze mensen er waarschijnlijk toe gebracht om een scherp
gestelde brief.aan de raad te richten. En men mag toch wel zeggen
dat het resultaat heeft gehad. De brief is nu ter discussie en de eerste
toezegging is reeds gedaan. Niet dat hij twijfelt aan de bereidheid van
het college om maatregelen te treffen, maar als deze brief niet was
binnengekomen, zouden de voorzieningen waarschijnlijk later zijn getroffen
dan nu het geval is. Spreker is ook van mening dat men niet al te zwaar
moet tillen aan de schrijfwijze van de brief, want bij hem staat de in
tentie voorop. Deze mensen hebben gedacht: "Er moet iets gaan gebeu
ren". De opzet is wel niet helemaal gelukt, maar spreker zegt nogmaals
dat men aan de tekst van de brief niet zo erg zwaar moet tillen, zeker
niet in deze tijd.
Mevrouw DE BONTE vraagt of het ook. in de bedoeling ligt voetgan
gersoversteekplaatsen aan te leggen. Dit in verband met de kinderen, die
deze weg dagelijks op weg naar school moeten oversteken.
Wethouder VERMEULEN zal trachten de gestelde vragen zoveel mo
gelijk te beantwoorden. Alhoewel hij op voorhand reeds moet zeggen dat