319
17 JULI 1969.
dode of gewonde die in het verkeer valt. De overheid wil het uiterste
doen om dat te voorkomen. Maar de overheid kan - wat voor maatre
gelen zij ook neemt - daar niet in slagen als ook de weggebruiker zich
niet gedisciplineerder wil gedragen.
De heer van Caulil heeft ook een gewetensvraag gesteld, n. 1. of het
gemeentebestuur reeds eerder door deze mensen benaderd was. Hij heeft
deze vraag voorgelegd aan de andere collegeleden en heeft een ontken
nend antwoord gekregen. Het was spreker wel bekend dat er in die wijk
over deze zaak een bepaald onbehagen bestond. Ook heeft hij meermalen
in de wijkblaadjes gelezen dat men zich o. a. via de A.N.W.B. tot
gemeentewerken en het gemeentebestuur had gewend, en dat men naar
het oordeel van deze mensen althans geen bevredigend antwoord had
gekregen. Persoonlijk is spreker hierover nooit benaderd.
Van de andere kant kan hi] de achtergrond van deze vragen best begrij
pen, maar hij meent dat men niet te lang stil moet blijven staan bij
de vraag, wie, wie zou hebben benaderd. Het belangrijkste is dat men
elkaar nu gevonden heeft en als men nu elkaar over en weer ook het
vertrouwen wil schenken, om gezamenlijk tot een oplossing te komen
meent hij te mogen stellen dat het beoogde doel bereikt is. De heer
van der Zwan heeft gezegd dat op het kruispunt geen enkele indicatie
is aangegeven, hoe men zich moet opstellen. Er is op deze wegen een
vrij grote middenberm, waardoor een grote opstelruimte ontstaat. Spre
ker kan zich voorstellen dat die grote opstelruimte juist de oorzaak is
van dat gevoel van onbehagen waarover gesproken is. Hij heeft zich
echter laten verzekeren dat de opstelruimte door strepen aangegeven is;
en dat deze aan de kop en de staart begrensd wordt door een witte streep.
Wanneer op dit kruispunt de verkeerslichten zijn aangebracht, krijgt men
een aparte fase voor het verkeer dat linksaf gaat, dat houdt in dar. het
linksaf gaande verkeer zich achter elkaar zal moeten opstellen en zich
ook achter elkaar zal moeten afwikkelen, waardoor er op het kruispunt
een wat grotere duidelijkheid komt. Een ander punt waarin dit kruis
punt nu nog verschilt met andere kruispunten is, dat men hier bij het
linksafslaan nog om elkaar heen moet rijden, terwijl men op vele kruis
punten voor elkaar langs gaat.
De heer van der Zwan heeft verder gevraagd wanneer de verkeerslichten
geplaatst zullen worden. Spreker zegt in eerste instantie reeds te hebben
medegedeeld - hiermee beantwoordt hij tevens de vraag van de heer
Kroon - dat binnen 4 a 5 weken op het kruispunt Kadijk/Kapittelweg
een provisorische installatie aangebracht zal worden. Dit is geen nood-
installatie maar een volwaardige installatie.
Aan het college is de vraag voorgelegd of het niet verstandig zou zijn
enkele noodinstallaties aan te schaffen. Spreker is geneigd de raad te
vragen - dat zou dan uiteraard wel in het budget moeten passen - zou
het niet veel verstandiger zijn om een paar definitieve installaties in
voorraad te hebben. Het lijkt hem echter nuttiger deze kwestie eerst in
de verkeerscommissie te behandelen, voordat men hierover in de raad
gaat discussiëren.