322
17 JULI 1969.
dat deze weg aanleiding zou geven tot de ongelukken die er de afgelopen
weken hebben plaatsgevonden. Hij is het volkomen eens met de heer
van Werkhooven, waar deze stelt, dat het college van b en w in dit
opzicht geen enkele blaam treft. Misschien was het beter geweest als
het college in deze raad met een voorstel gekomen was. We lezen,
zegt spreker, allemaal de krant en de situatie op het kruispunt Nieuwe
Kadijk/Kapittelweg is reeds onderwerp van gèsprek en daarom zou het
voor de hand gelegen hebben als het college met een bepaald voorstel
hierover gekomen was.
De heer WOESTENBERG kan in zoverre met de vorige sprekers mee
gaan, dat de brief wellicht meer effect zou hebben gehad, als deze iets
vriendelijker gesteld was geweest. Maar dat neemt niet weg dat men
nu toch heel gezellig, heel gemoedelijk maar tegelijk ook heel bevre
digend tot een gesprek is gekomen.
Wat de geluidswagen betreft, waarover de wethouder heeft gesproken,
dat vindt hij prachtig, maar hij had toch graag een duidelijke aankon
diging in de pers gezien. Omdat ook de mensen uit die wijk. opgemerkt
hebben: waarom geen grootscheepse aankondiging, bijvoorbeeld in "De
Stem" en in hef'Stadsblad" samen. Spreker stelt dat wanneer men spreekt
van een duidelijke zaak, men kan spreken van de plaatselijke pers;
hiermee bedoelt hij zowel "De Stem" als het "Stadsblad". Terugkomend
op de geluidswagen, zegt spreker dat hij deze maatregel beslist onvol
doende vindt, want daarmee bereikt men slechts een klein percentage,
dat inmiddels reeds lang achterhaald is.
Tegenwoordig gelooft iedere politieke man, die iets wil bereiken in
T.V. maar niet irt een geluidswagen.
Hij heeft eerder reeds opgemerkt dat er vermoedelijk spoedig een ver
keerslicht geplaatst kan worden. Enige tijd geleden heeft de raad een
voorstel tot het aanbrengen van een verkeerslichteninstallatie goedge-
keur. en amper twee weken nadien was deze installatie reeds in werking.
Dat was op de kruising Markendaalséweg/van Coothplein. Hij vraagt
zich af: wanneer het daar zo vlug kon
Interruptie heer VAN WERKHOOVEN: Ja, twee jaar.
Heer WOESTENBERG: maar het was toen toch pas gevraagd.'
Heer VAN WERKHOOVEN: Wel nee.".'.
De heer WOESTENBERG vervolgt zijn betoog en zegt dat er van de
zijde van de politie ook gemeld werd dat er een optimale beveiliging
was aangebracht. Hij ziet niet in waaruit die dan bestaat. In het plaat
sen van een paar verkeersborden ziet hij geen optimale beveiliging.
Hij wil niet zeggen dat bij zo'n gevaarlijk kruispunt alleen maar ver
keerslichten voldoende en afdoende zijn, maar wel dat er dan misschien
gesproken kan worden van een optimale beveiliging. Maar wanneer men
alleen maar verkeersborden plaatst, is dat volgens hem niet afdoende.
Hij wil beslist wel met de andere sprekers meegaan - zoals hij reeds
eerder opgemerkt heeft - dat deze brief al te pinnig, te strikt gesteld
is. Maar wanneer dit niet het geval was geweest, was deze zaak misschien
hedenavond niet behandeld. Nu kan men als de voorbereidingen dan