323
17 JULI 1969
zo'n lange tijd vergen, reeds met de voorbereidende werkzaamheden
aanvangen.
De heer KROON wenst duidelijk te stellen, dat de passage in de brief,
waarin de raad onder pressie wordt gezet, voor hem NIET de aanleiding
is geweest direct contact op te nemen met de voorzitter van de raad
om te trachten deze brief, krachtens artikel 15 van het reglement van
orde, aan de agenda toe te voegen. Hij heeft zich geconformeerd aan
de verontrusting die er bij deze mensen bestond. Dat was de reden dat
hij dit verzoek aan de voorzitter heeft gedaan en het verheugt hem -
zoals hij in eerste instantie reeds gezegd heeft - dat de voorzitter aan
zijn verzoek gevolg heeft willen geven.
Dat neemt niet weg dat hij zich volkomen aansluit bij de woorden van
de heer van Caulil, waar deze zijn verontwaardiging over de gewraakte
passage uitspreekt.
De heer VAN WERKHOOVEN wil nog even terugkomen op de nood-
installatie. Volgens spreker vergeet de wethouder een belangrijk gege
ven, waarvan hij als provinciaal statenlid toch zeker op de hoogte zal
zijn, namelijk dat als men een verkeerslichteninstallatie wil plaatsen,
men daarvoor de toestemming van gedeputeerde staten nodig heeft, maar
dat gedeputeerde staten deze toestemming alleen geeft als het kruis
punt wordt aangegeven, waar die lichten geplaatst zullen worden. Hier
in zit nu het zwakke punt.
Spreker doelt op een Amerikaanse noodinstallatie van 26.000,
die men in eigen beheer kan hebben en die in noodgevallen binnen een
of twee dagen geplaatst kan worden. Wat dat betreft is hij het met de
wethouder volkomen eens. Wat de inhoud van de brief betreft wil spre
ker het volgende zeggen. Hij wil hierbij op de eerste plaats stellen,
dat hij niet voor de publieke tribune spreekt, maar als raadslid met het
college van b en w en wil dan ook geen woord terugnemen van de waar
dering die hij in eerste instantie voor het college heeft uitgesproken.
Maar van de andere kant kan hij de reactie van deze mensen begrijpen
en waarderen. Spreker is wel de oudste van de raad, maar meent dat
men zich moet aanpassen aan moderne methoden. Als men elke dag
in de pers leest over bezetting van gebouwen, kan hij een dergelijke
brief heus niet zo erg vinden. Het beoogde doel is bereikt. De zaak
wordt in de raad behandeld en dat is de hoofdzaak.
Verder wil spreker nog opeen punt terugkomen - het heeft alleen maar
zijdelings met de zaak te maken -, maar het doet hem toch werkelijk
verdriet, dat zelfs de raadsleden er niet van op de hoogte zijn hoe nu
eigenlijk dé verkeersGROEP en de verkeersCOMMISSIE werken. De krant
is hen hier al in voorgegaan, ook daarin werd vermeld dat de verkeerscom -
missie bijeengekomen was. Hij dankt de wethouder ervoor dat deze
duidelijk gezegd heeft dat er in de werkgroep verkeer en niet de ver-
keerscommissie over deze kwestie gesproken is, anders zouden de he
ren Quadekker, Wierkx en spreker ervan beschuldigd worden dat er niet
tijdig maatregelen genomen zijn. Over deze zaak is in de verkeerscom-
missie in het geheel niet gesproken, deze is geheel buiten de verkeers-
commissie omgegaan.