17 JULI 1969. 324 Hij vindt dit erg jammer, want de Bredanaar kan maar niet begrijpen, dat als er belangrijke problemen op verkeersgebied zijn, deze niet in de verkeerscommissie behandeld worden, maar dat deze commissie alleen ingesteld is om goed te keuren dat er bepaalde borden geplaatst worden. Deze zaak is voor spreker een bewijs te meer om er weer eens op in te haken - bij de begrotingsbehandeling heeft hij hierop ook al aangedron gen - en het college van b en w te verzoeken in overweging te nemen, de verkeerscommissie zodanig te reorganiseren, dat de Bredase raad - zoals dat in andere grote steden het geval is - meer zeggenschap krijgt in de Bredase verkeersproblemen. De heer VON SCHMID wil nog even terugkomen op de brief. Hij vond het antwoord dat de wethouder gegeven heeft een verstandig ant woord. Van de wethouder kan hij natuurlijk ook niet anders verwachten. Hij vindt het eigenlijk jammer dat deze brief nu weer in discussie ge bracht is, maar nu dat toch het geval is wil ook hij er nog één opmer king over maken. Hij neemt direct aan dat de verontrusting die uit de brief sprak voor de heer Kroon reden is geweest naar de telefoon te gaan. Maar die verontrusting heeft hij natuurlijk sterker gevoeld in de hele brief. Spreker vindt het jammer dat nooit meer achterhaald zal kunnen worden, dat als die laatste alinea er niet aan toegevoegd was, de veront rusting van de heer Kroon ook zo duidelijk was geweest..(Applaus van de publieke tribune). Mevrouw DE BONTE heeft in eerste instantie gevraagd een beveilig de voetgangersoversteekplaats aan te brengen. De wethouder kon hierop geen antwoord geven» Maar in dit verband zou zij toch willen vragen, indien enigszins mogelijk, toch op enigerlei wijze een beveiliging aan te brengen voor de kinderen die straks weer naar school moeten. Spreek ster kan zich heel goed indenken, dat de ouders vreselijk ongerust zijn, nadat deze ongelukken gebeurd zijn. Het geeft allen een onbehaaglijk gevoel. Daarom zou zij nogmaals voor een voorlopige provisorische op lossing willen pleiten» Wat de demonstratie op het Stadserf betreft, deze vond zij niet zo pret tig. Spreekster meent dat men kinderen niet moet gebruiken om derge lijke maatregelen van de overheid af te dwingen, omdat men daardoor bij de kinderen een heel verkeerde indruk over het werk van de overheid achterlaat. Wethouder VERMEULEN meent dat door hem niet veel meer gezegd behoeft te worden op hetgeen door de raad in tweede instantie opgemerkt is. Wat het misverstand bij de heer Woestenberg betreft met betrekking tot de kruispuntbeveiliging Markendaalseweg/van Coothplein kan spre ker meedelen dat dit een kwestie van twee jaar is geweest. Wat het medium geluidswagen betreft, is hij het met de heer Woesten berg eens dat op dit ogenblik geen enkele politieke partij er gebruik van zou maken. Van de andere kant meent spreker te mogen stellen dat het als middel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 324