32
16 JANUARI 1969.
kruid is gewassen.
De heer VAN GASTEL meent dat de wethouder zijn wensen ten
aanzien van de parkeerplaatsen interpreteert als zou hij insteekhavens
bedoelen. Duidelijk wil hij stellen hier, voor wat de Oranjeboomstraat
betreft, op tegen te zijn, daar is het bijzonder gevaarlijk.
Spreker heeft de hele situatie, hoe hij die graag wil hebben, bekeken.
Hij stelt zich voor dat er een inham komt voorbij de fritestent, dat
het trottoir vervalt en dat dan de auto's in de lengte mogen parkeren.
Dat geeft geen enkel gevaar meer, omdat men dan normaal"in het
verkeer kan wegtrekken. Als men insteekt moet men achteruitrijden
en schept men bijzonder gevaarlijke situaties.
Als de indruk er zou zijn dat hij het plan op de parkeerhavens zou
willen laten vallen, zou hij die graag wegnemen. Hij meent duide
lijk te hebben laten merken, dat zijn fractie en hij voorstanders van
het plan zijn en dat liever vandaag danmorgende realisatie wordt ge
zien. Hij heeft evenwel gevraagd of het mogelijk is, juist nu het plan
niet in grote lijnen behoeft te worden veranderd en wat kosten betreft
ongeveer ongewijzigd zou blijven, om als tussenoplossing parkeer
plaatsen aan te leggen in de Oranjeboomstraat in de lengte, parallel
met de speeltuin.
Graag zal hij genoegen nemen met een toezegging dat de zaak nader
zal worden bekeken.
De heer VAN DER WERFF heeft van de wethouder begrepen dat
het college bereid is de problematiek voor de winkeliers, ontstaan
door de langparkeerders, nader te bekijken. Met die toezegging is
spreke: geheel gerustgesteld, mits er niet al te lang mee wordt ge
wacht om dit als het ware parallel te laten lopen met de overige
voorzieningen. Anders krijgt men, dat de mensen gewend raken aan
de rommelige situatie. Het zou juist goed zijn dat het publiek, ge
zien de risico's voor de kinderen, gedwongen wordt zich rekenschap
te geven van waar men de auto's moet plaatsen, in plaats dat men
deze achteloos ergens neerkwakt.
Het feit dat de treurwilg blijft staan vindt spreker ten slotte niet om
over te treuren.
Wethouder VAN BIJNEN zegt dat er natuurlijk tijd voor nodig is,
vooraleer kredieten voor dit plan worden verkregen. In deze tijd kan
een en ander nog worden bekeken.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
10. AANSCHAF VAN EEN SNELHEIDSCONTROLEMETER TEN BEHOE
VE VAN DE POLITIE.
De heer BARIJ merkt op dat de Bredase politie alleen maar in Bre
da kan en mag exerceren met deze controlemeter. Naar hij meent te
weten werkt ieder radarapparaat niet wanneer meer dan één auto in
het straalgebied van dat apparaat zit en dat bovendien het apparaat
alleen maar gebruikt kan worden op een stuk weg dat enige lengte