338 17 JULI 1969. krijgt en gestimuleerd zal worden. Dit wil spreker namens zijn fractie duidelijk stellen. Ten slotte spreekt hij de hoop uit dat dit preadvies een inleiding moge zijn van een concentrische, harmonische bouw en uitbouw van Breda, als ge dachte hoofdstad van West-Brabant. De heer VON SCHMID zegt in deze kwestie een wat afwijkend stand punt in te nemen. De reden hiervan is dat hij zich reeds eerder, met name bij de behandeling van het voorontwerpstreekplan West-Brabant, heeft uitgesproken tegen de noodzaak van annexatie voor de oplossing van het ruimteprobleem van Breda. Het is niet zo maar een hobby van hem. Reeds voordat hij raadslid was heeft hij alle publicaties over dit soort problemen gelezen en zich daar over een idee gevormd, welk idee, sinds hij meer met deze problema tiek te maken heeft alleen maar bevestigd is. Het hangt eigenlijk samen met zijn visie op de ontwikkeling van de maatschappij en de politieke staatskundige ontwikkeling ook in Neder land. Rechtstreeks in verband met het onderwerp van vanavond zou hij kunnen opmerken dat men er deze hoofdlijnen in ziet, n. 1. dat aan de ene kant steeds meer aandacht zal worden geschonken aan de beheer- schapsvoorzieningen met behoud ook van ieders individualiteit, maar dat is dan inderdaad een taak voor de landelijke overheid; dat zal dus be tekenen een bepaalde centralisatie in het bestuur. Maar aan de andere kant moet men trachten in te zien dat er ruimte moet worden geschapen voor lagere organen, dus de kleinere gemeenschappen, omdat die in staat zijn de rechten van het individu, die in de maatschappij toch steeds meer gecollectiviseerd worden, te behartigen. Dat is nu eenmaal een verschijnsel, dat men niet eens meer ziet. Juist kleinere gemeenschappen, die de rechten van het individu en van het aparte woongebied natuurlijk veel beter tot hun recht kunnen laten ko men, dan de grote gecentraliseerde eenheden dat zouden kunnen doen. Tegen dat grote centralisatiebeleid MOET een tegenwicht blijven bestaan, het zou zelfs nog wat versterkt moeten worden. Bovendien komt daar nog bij, hij heeft hierover reeds eerder gesproken, dat de mensen dan meteen leren met democratie te werken, met betrek king tot allerlei problemen. Eerst op hun eigen terrein, maar later krij gen zij dan ook in groter verband daarop een betere kijk. Spreker vindt dat de voorgestelde annexatie, hierbij sluit hij zich aan bij wat de heer Melzer in eerste aanhef heeft gezegd, een verouderde conceptie is. Hierbij denkt hij ook enigszins, zoals de heer Melzer het noemt, aan het roofridderschap van Breda. Het is nu eenmaal, hij heeft dat de vorige keer ook reeds gezegd, een beetje een ruwe manier om bepaalde gemeenten bij een grotere gemeente te betrekken. Bovendien biedt het geen oplossing, hierop wil spreker later nog terugkomen. Het wekt natuurlijk wel de indruk, althans zeker in de gemeente die het aan gaat, wat men met een groot woord zou kunnen noemen: "Het grote stadsimperialisme", dus het opzuigen van alles wat om je heen zit. Een ander bezwaar vindt spreker, dat als men de weg van annexatie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 338