339. 17 JULI 1969. opgaat, men dan de problemen van Breda, en dan speciaal in de woon- zoi sector, op gaat lossen met de naar zijn smaak gevaarlijke weg van de minste weerstand. Het probleem MOET opgelost worden, men neemt De een gebied erbij en daar gaat men dan bouwen. He be< Verder ontbreekt er volgens spreker in de begeleidende nota en uiter- Oo aard ook in het verzoekschrift van gedeputeerde staten aan H. M. de ge: Koningin, een visie, een democratische factor, die juist in ONZE twi tijd in zo'n stuk zou hebben moeten staan. Namelijk de inspraak van va de bevolking. Spreker is het er volkomen mee eens dat Breda een Oe centrumfunctie krijgt in de regio, ook dat hangt af van al de reeds ge- In noemde nevenfactoren. Breda moet dus bouwen, daar is men het allemaal Ha over eens, en op het eigen territoir is er te weinig grond om dat te kun- zo nen doen. Oo Oe Daarnaast wil spreker opmerken, dat de militaire terreinen in de bin- da nenstad niet op de eerste plaats voor woningbouw behoeven te worden Er bestemd, maar dat deze kunnen dienen voor een harmonische afwerking en van de binnenstad, zoals door de heer van der Zwan reeds gezegd is. he Er hoeven geen woningen te komen. Maar men gaat er vanuit: er moet ge> gebouwd worden en daarvoor is te weinig ruimte in het territoir van nie Breda. Spreker stelt dat als men dan op het punt gekomen is dat men en gaat zeggen, nu moeten we gaan annexeren om tot die oplossing te ko- be men dan zit volgens hem daar een kortsluiting in de hele redenatie. vii he Tegenwoordig wordt er ontzettend veel gepraat over inspraak, maar nu er kan men weer zien dat er in de praktijk niets van terecht komt, want is de bevolking van de betrokken plaatsen wordt er helemaal niet in ge kend. Straks kunnen ze wel allerlei optochten gaan organiseren maar Sp bestuurlijk komen ze er eigenlijk weinig aan te pas. Spreker wil niet ge zeggen dat er een referendum onder de bevolking gehouden moet worden. ge Maar zelfs in Nieuw-Guinea tracht men althans door een soort volks- de stemming te organiseren, achter de wil van de bevolking te komen, Sp maar hier is daar geen sprake van. Nu is het wel niet zo'n geweldige zi; democratie, maar toch, het wordt gewoon niet gedaan. no m< Dan wil spreker ingaan op de vraag lost de annexatie van die gebieden, Pri de al eerder door hem ter sprake gebrachte uniformiteit in de bouw ne van de woningen in Breda op. Naar zijn mening niet, en hij meent te Hi mogen stellen dat zeer veel mensen er ernstig bezwaar tegen zouden op hebben als b. v. in de Haagse Beemden weer eenzelfde soort bouw zou hu ontstaan als in Breda-Noord. Het gevolg zal zijn, dat meer mensen uit Breda naar de randgemeenten trekken dan er van buiten naar Breda Ve komen, juist omdat zij een beter woonklimaat willen hebben. Na even- oo tuele annexatie zou men dat ook weer krijgen, maar dan in een groter de geheel. De mensen zouden dan toch dat uitgebreide Breda blijven uit- Or vluchten; men zou toch die trek uit de stad krijgen. bo ve Men zou dus ook kunnen stellen er moet gebouwd worden, maar dat "ii moet dan gebeuren - spreker is het daar helemaal mee eens - op terri- tie toir van de omliggende gemeenten, zoals Prinsenbeek en Teteringen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 339