340 17 JULI 1969. voon- zonder dat deze gemeenten geannexeerd worden, de mt De heer van der Zwan heeft gezegd dat grenswijzigingen actueel zijn. Het hangt er natuurlijk helemaal vanaf wat men met grenswijzigingen bedoelt. er- Ook in het verleden zijn soortgelijke problemen als waar vanavond over de gesproken wordt aan de orde geweest. Spreker wil hierbij wijzen op twee voorbeelden die hijzelf van nabij gezien heeft. Dat was de poging ran van Den Haag om Voorburg te annexeren en later ook van Leiden om Oegstgeest te annexeren. ge- In deze gemeenten had men soortgelijke argumenten. Als men Den illemaal Haag en Voorburg bekijkt dan ziet men dat de stad daar als het ware kun- zo in het dorp overvloeit. Hetzelfde ziet men bij Leiden en Oegstgeest. Ook daar werd als argument aangevoerd dat de kernen van Voorburg en Oegstgeest dicht bij het centrum van Den Haag en Leiden lagen. Ook iin- daar waren de kleinere gemeenten afhankelijk van de grote gemeenten. Jen Er is tegen de voorgestelde annexaties een geweldige oppositie gekomen ;rking en deze annexaties zijn dan ook niet doorgegaan. Maar nu ziet men is. het merkwaardige verschijnsel dat op het territoir van Voorburg en Oegst- noet geest geweldig veel gebouwd is door Den Haag en door Leiden, hetgeen n nieuwe impulsen geeft aan die dorpen, die eerst een dorpskarakter hadden, en en nu als het ware iets nieuws, iets stads hebben gekregen, maar toch met e ko- behoud en dat is nu juist het belangrijke, van hun eigen karakter. Dat vindt spreker een belangrijk punt. Op het ogenblik is het zo dat men helemaal geen grenzen meer ziet, hoewel deze er toch zijn. Toch is ir nu er een verschil. Een Voorburgenaar is geen Hagenaar en een Oegstgeester ant is geen Leidenaar. ge- iar Spreker zegt vervolgens in het verzoekschrift aan gedeputeerde staten iet gelezen te hebben dat Prinsenbeek kennelijk op een gegeven moment vorden. gezegd heeft, moeten we nu de Haagse Beemden afstaan in ruil voor is- de Rith en Effen. Spreker vindt het jammer dat Prinsenbeek dat gezegd heeft, want naar ge zijn smaak hadden ze beter kunnen zeggen - misschien zouden ze dat nog kunnen doen - dat ze dat gebied best in hun territoir wilden opne men. Spreker veronderstelt - hij weet het uiteraard niet zeker - dat iden, Prinsenbeek in deze ruiling heeft toegestemd om aan een dreigende an nexatie te ontkomen. te Hij zou willen zeggen dat Prinsenbeek en uiteraard ook Teteringen, sn op voorbeeld van elders, zouden kunnen voorstellen dat Breda rustig op zou hun territoir kan bouwen, maar met behoud van hun eigen zelfstandigheid. eda Verder is er nog een belangrijk punt in de hele materie. Breda zal, even- ook al zou het tot annexatie overgaan, nooit een grote stad worden in oter de zin van Amsterdam, Den Haag en Rotterdam, uit- Omdat in de kleinere gemeenten rondom Breda maar betrekkelijk ge bouwd mag worden - want daar moeten de grensstroken bewaard blij ven, daar kan synchronisatie optreden, - kan men daar nooit de grote t "inflow" die voor de volgende tientallen jaren voor de stadsagglomera- ïrri- tie Breda voorzien is, in de stad Breda opvangen. Zelfs binnen de nieuwe ;n,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 340