17 JULI 1969. 354 mensen samenwerken. Er bestaat samenwerking tussen de groeperingen van neringdoenden, van de agrarische sector, maar ook van de zijde van de werknemers. Nu is er twee jaar geleden door de middenstand in Princenhage een ver zoek ingediend om tot een wekelijkse koopavond te komen. Degenen, die met de situatie terplaatse bekend zijn, weten dat dit een poging is om uit de impasse, waarin ze nu verkeren, te geraken. Spreker zou de aandacht van de raad willen vestigen op de ondernemers die hun deuren al voor goed hebben moeten sluiten.' Men heeft echter alleen maar aandacht voor de enkele werknemers, die bij deze zaak betrokken zijn. Men vraagt zich afhebben deze wel de gelegenheid gekregen hun standpunt bekend te maken. Het is bekend, dat er in Princenhage een prettige samenwerking bestaat tussen de drie, door hem reeds genoemde, groeperingen. Anderhalf jaar lang hebben de werknemers gelegenheid gehad hun standpunt bekend te maken en tot nu toe is van die zijde nog geen enkel protest binnengekomen. Spreker stelt dat hij het dan toch werkelijk jammer vindt dat er nu al le mogelijke argumenten tegen dit voorstel worden ingebracht. Het is allen bekend dat volgens de wettelijke voorschriften ook Breda de mo gelijkheid heeft om een verzoek tot het instellen van een koopavond in te dienen. Dit verzoek is echter veel later gekomen en is nog in be handeling. Princenhage heeft dit verzoek twee jaar eerder ingediend. Spreker vraagt zich af met welk recht men het verzoek van deze wijk zou kunnen afwijzen. Hij zou willen zeggen: Geef deze mensen een kansf De heer MELZER zegt het betoog van de heer van Caulil te willen ondersteunen. Niet dat hij gedreven wordt door chauvinisme voor zijn geboortegrond, maar omdat hij duidelijk wil stellen: door de winke liers van Princenhage is een verzoek om koopavonden ingediend, zij vragen daarom, dit wordt hen niet opgelegd. Hij stelt dat men dat heel goed moet begrijpen. Spreker is het met de heer van Caulil volledig eens dat het werknemersbelang dat hier speelt niet zo bijzonder groot is. Hij wil hieraan toevoegen dat dit verzoek al vele maanden bij het college van b en w op tafel ligt. Indien de werknemers ernstige bezwa ren tegen dit voorstel zouden hebben, zouden zij zeker van zich hebben laten horen. Dit is niet gebeurd. Nog niet zo lang geleden is er in de raad over gesproken het centrum van Princenhage een impuls te geven. Nu heeft men daartoe een kans. Het bewijs is aanwezig dat er in Etten- Leur en Prinsenbeek WEL koopavonden zijn. Er wordt gesproken over centralisatie en decentralisatie. Spreker vindt dit nu een aardig stuk decentralisatie. Hij wil zich dan ook graag namens zijn fractie aan het voorstel conformeren. De heer VON SCHMID zegt dat ook bij hem, evenals bij de voor gaande sprekers, het kernpunt is of 4e werknemers gehoord zijn, althans de gelegenheid hebben gehad zich uit te spreken. Er wordt gezegd, als ze dat hadden willen doen, hadden ze dat wel gedaan. Dat is natuurlijk een zeer vaag punt. Men weet uiteraard niet hoe de verhouding werk gevers/werknemers is en men kan zich daar dan ook niet van afmaken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 354