35 16 JANUARI 1969. gen en de huuropzegging op drie maanden stellen en de huurverhoging op vier maanden. Maar nogmaals, dan heeft hij maar vier maanden, terwijl hij nu zes maanden heeft wanneer hij de huur wil opzeggen. Het is verstandiger het te laten staan zoals het nu is, de huurder weet tevoren, als hij het contract tekent dat, wanneer de huurprijs wordt verhoogd of verlaagd, hij er een jaar aan vastzit. Het is evenwel geen halszaak en het college is gaarne bereid die termijnen in drie en vier maanden te veranderen. Dan is aan het eerste door de heer Barij geuite bezwaar tegemoetgekomen. Van de andere kant wordt evenwel de huurder in zoverre benadeeld dat de termijn van opzeg ging van de zijde van de gemeente dan wordt teruggebracht van zes op drie maanden. Wat het tweede deel van artikel 13 betreft heeft de heer Barij gelijk. Zoals het daar nu staat is het met ingang van 1 januari 1969 in Breda, gezien de huurliberalisatie, in strijd met artikel 28c, dat inderdaad spreekt van een schorsing gedurende twee maanden. Het is echter te verwachten dat die huurwet de neiging heeft om als maar af te zwak ken en het is de vraag of de wettelijke bescherming van de huur van bedrijfsgebouwen niet op korte termijn geringer wordt, zodat men kan zeggen het nu maar te laten staan, want de rechten van de huur der worden er niet door verzwakt. Artikel 28c is nu eenmaal dwingend recht. Al staat het hier nu zo, de wet prevaleert in elk geval. De rechten van de huurder worden zoals het hier staat niet verzwakt, hoewel toe te geven is dat het voor korte tijd kan zijn. Neemt men het echter nauw dan is het beter de bepaling te laten vervallen en er weer in te brengen zodra dat artikel 28c geen dwingend recht meer is. Spreker stelt daarom voor het slot van artikel 13 te laten verval len vanaf het woord "alsdan", omdat het inderdaad in strijd is met artikel 28c van de huurwet. De heer BARIJ wil eventueel voorstellen dat het probleem aan de huurder wordt voorgelegd en dat hij daarna kan kiezen wat hij wil. Als hij zegt dat die opzegging met zes maanden voor hem erg be langrijk is, dan legt spreker zich graag bij de voorgestelde redactie neer. Wethouder GIELEN zegt dat de huurder zich met het contract, zo als het er nu ligt, kan verenigen. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 12. TOEPASSING VAN CONTAINERS VOOR DE AFVOER VAN HUIS VUIL. Wethouder GIELEN zegt dat over deze zaak in de afdeling voor het vervoerbedrijf is gesproken. De algemene politieverordening is momenteel in bewerking, omdat daarin bepalingen staan opgenomen die herziening behoeven. De algemene politieverordening zal even eens nader worden bekeken en aangepast aan het voorstel dat thans aan de orde is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 35