357
17 JULI 1969.
wordt nu een enquête gehouden. Maar als de heer Brooimans daaruit de
conclusie trekt, dat binnenkort een advies van de Kamer van Koophan
del kan worden verwacht, zou spreker daar een aantal vraagtekens bij
willen zetten.
Hij is daar namelijk niet zo zeker van, dan de heer Brooimans blijk
baar is. Naar zijn mening zal dit advies nog wel een tijdje op zich
laten wachten. Nu dit onderzoek min of meer is vastgelopen heeft de
middenstand van Princenhage het college van b en w verzocht een uit
spraak te doen ten aanzien van het door hen in april 1968 ingediende
verzoek.
Spreker meent te mogen stellen dat dit een alleszins redelijk verzoek
is, nadat men eerst zijn bereidheid getoond had, het advies met be
trekking tot een koopavond voor geheel Breda, af te wachten.
Nu wordt een van de centrale punten van de hele discussie dat de werk
nemers niet gehoord zijn. Daarbij wordt ook de Kamer van Koophandel
genoemd. Spreker weet uit anderen hoofde, dat het standpunt van de
vakcentrales bij de Kamer van Koophandel bekend is.
Een heel andere vraag is of het standpunt van de vakorganisaties ge
vraagd zou moeten worden. Daarover kan men verschillend oordelen.
Zelfs als vakbewegingsman.
In het werktijdenbesluit is ook de werktijd voor het winkelpersoneel ge
regeld. Nu zegt de heer Woestenberg dat dit personeel een van de
slechtste c. a. o. 's heeft die er in Nederland zijn. Hierbij zou men er
ook op kunnen wijzen dat de organisatie van het winkelpersoneel bij
zonder zwak is. De vraag is dan ook of het college of de raad dit per
soneel, dat de gelegenheid heeft zich te organiseren en zich daardoor
een sterke onderhandelingspositie te verschaffen niet aangrijpt, op bij
zondere wijze in bescherming moet nemen. Spreker wil hierop echter
niet verder ingaan, omdat ook in deze vergadering heel duidelijk ge
zegd is, en hij zou dat willen onderschrijven, dat het werknemersbe
stand in Princenhage zeer gering is.
Maar nogmaals men kan van mening verschillen over de vraag of de
werknemersorganisaties gehoord zouden moeten worden. Men is daar
toe niet verplicht. Het advies van de Kamer van Koophandel is gevraagd
en deze instantie heeft een gunstig advies uitgebracht. Spreker wil
degenen, die de werknemersbelangen vrij centraal hebben gesteld, graag
toezeggen dat met betrekking tot het instellen van een koopavond voor
geheel Breda, vooraf het standpunt van de vakorganisaties gevraagd zal
worden.
Het college van b en w is ook voornemens in deze kwestie het oordeel
van de consumenten te vragen. Tot nu toe is men er echter nog niet in
geslaagd, contacten te leggen met de juiste consumentenorganisatie.
De reden dat het college daartoe besloten heeft is, dat als men de wet
leest, waarbij de ontheffing met betrekking tot de koopavonden geregeld
is, het opvalt dat daarbij als eerste belang wordt gezien, het consumenten
belang. We leven nu eenmaal in een tijd, dat de mens meer vrije tijd
krijgt. Maar in die vrije tijd wil men ook iets doen. Door een bepaald
aantal mensen wordt ook winkelen als een vrijetijdsbesteding gezien.