359 17 JULI 1969. het eventueel instellen van een koopavond voor geheel Breda. Dat is ook duidelijk door de wethouder naar voren gebracht, ook ten aanzien van de middenstands- en grootwinkelbedrijven. Maar wanneer men nu deze stap zet, ZONDER dat de werknemers gehoord zijn, zou dat ook gevolgen kunnen hebben voor de situatie in Breda in zijn totaliteit. Daarom heeft spreker wel ernstige bezwaren om nu met dit voorstel mee te gaan. Hij herhaalt daarom met klem, stel dit voorstel één maand uit en hoor alstublieft deze belangengroep, ook al is deze groep misschien maar klein. Deze mensen hebben het recht gehoord te worden, omdat ze er rechtstreeks bij betrokken zijn. De heer VAN CAULIL zegt dat wanneer dit de oplossing zou zijn, hij begrip zou kunnen hebben voor het voorstel van de heer Kroon. Maar ook hedenavond is zo duidelijk aangetoond dat de mening van de werk nemers niet meer gevraagd behoeft te worden; want wanneer deze een andere mening zouden hebben, komt die in deze tijd heus wel tot ui ting. Dit verzoek van de middenstand van Princenhage is anderhalf jaar lang heel duidelijk in de publiciteit geweest en het is iedereen bekend dat er van de zijde van de werknemers geen enkel tegenargument aange voerd is. Spreker vraagt zich dan toch wel af wat de heer Kroon Interruptie heer KROON: "Men weet dat men gehoord wordt; men dient gehoord te worden, men heeft daarop gewacht". De heer VAN CAULIL vervolgt zijn betoog en zegt dat wanneer men hem duidelijk kan maken dat dit noodzakelijk zou zijn, hij er dan vre de mee zou kunnen hebben. Maar heeft een van de raadsleden de moei te genomen om eens bij dat personeel te informeren? Spreker heeft dat wel gedaan en bij de zaken waar hij geinformeerd heeft, heeft hij geen enkel protest gehoord. Hij vraagt zich dan ook af, of iemand hem namen en plaatsen kan noemen, waar het personeel het niet met dit verzoek eens was. Daarom meent hij te mogen stellen dat de raad dit voorstel zou moeten aanvaarden. De heer VAN DER ZWAN merkt op in eerste instantie reeds gezegd te hebben, dat hij in de afdelingsvergadering zijn stem aan het voor stel had toegezegd. Hij zou dit graag nader willen toelichten. Spreker is van mening, dat de ontwikkelingen doorgaan in de richting van koopavonden. Men heeft deze koopavonden al in verschillende plaatsen. Het motief voor de middenstand van Princenhage om een koopavond aan te vragen, was het feit, dat er reeds koopavonden zijn in Etten- Leur en Prinsenbeek, waarvan zij veel concurrentie ondervinden. Daarnaast is spreker het met de heer van Caulil volkomen eens, dat de Bredase middenstand impulsen nodig heeft, speciaal in Princenhage. In Princenhage zit namelijk de laatste jaren niet veel fleur meer en hij is van mening dat die koopavonden voor de bedrijven daar wel be langrijk zijn. Wat voor hem doorslaggevend is geweest, was de mede deling van de wethouder, dat bij deze koopavonden praktisch geen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 359