14 AUGUSTUS 1969
378
VRAAG.
Voorts stelt de heer VAN DER WERFF, dat hij de laatste dagen
constateert, dat wielrijders, bromfietsers en zelfs automobilisten
een vlot en haastig gebruik maken van de mooie bestrating van het
voetgangerscentrum. Hij vraagt, of het college op zeer korte termijn
ervoor kan zorg dragen, dat het voetgangerscentrum inderdaad vol
ledig aan zijn bestemming kan voldoen.
ANTWOORD.
Door de politie wordt reeds geruime tijd dagelijks in het voetgangers
domein gecontroleerd. Tegen overtreders van het verbod om in het
voetgangersdomein met voertuigen te rijden wordt verbaliserend
opgetreden.
VRAAG.
De heer VAN DER WERFF deelt mede, dat hij in de Haagse krant
"Het Vaderland" (welke krant hij in verband met mogelijke komende
ontwikkelingen thans veelvuldig leest) onder de kop Raadsels in Breda"
een bericht gelezen heeft over het Haagje van het Zuiden, welk bericht
hem zorg heeft gebaard. Hij vraagt in hoeverre er ernstige organisatorische
fouten gemaakt zijn op de eerste dag van de Nederlandse, atletiekcom-
petitie en in hoeverre de dienst verantwoordelijk is voor het uitzetten
van een baan van 200 meter, die slechts 190 meter omvatte.
ANTWOORD.
Bij de op 1 juni 1969 gehouden nationale competitie wedstrijden zijn
alle af te werken onderdelen door de dienst uitgezet.
De deelnemers voor de 200 m hardlopen hebben echter hun startblokken,
die zij zelf plaatsen, neergezet bij de lijn die was aangegeven als
einde van de 2e wissel van de 4 x 100 m estafette..
Dit is gebeurd in de banen 4, 5 en 6 waardoor in plaats van 200 m in
deze banen slechts 190 m is gelopen.
Het plaatsen van de startblokken bij de juiste startlijn moet gecontro
leerd worden door de wedstrijdleiders en de starter zodat de dienst
hiervoor geen enkele verantwoordelijkheid draagt.
VRAAG.
Mevrouw KRENS-WAGTMANS vraagt, of het college kan bevorderen,
dat op de hoek Galderseweg-Daasdonkseweg de begroeiing wordt gesnoeid,
of dat er een bord geplaatst wordt zodat men kan zien dat er een zijweg
op de Galderseweg uitkomt. Komend van Galder kan men van een zij
weg thans niets zien.