14 AUGUSTUS 1969
396
werkplaats tot gevolg. Als men dit beziet zou men, bij alle ellende
die wij ondervinden en zonder iets af te doen aan de bezorgdheid die
door de sprekers is geuit, eigenlijk blij moeten zijn dat die werkplaats
niet is gebouwd op basis van het gebruik van roltrommels, want dan zou
er een verkeerde werkplaats gebouwd zijn. De perswagens hebben het grote
voordeel dat zij veel meer vuil kunnen opnemen dan een roltrommel.
Daardoor behoeft er ook veel minder gerepareerd te worden en kan dus
met veel minder werkstanden worden volstaan dan in het grote project
was voorzien. In de tweede plaats is bij het andere materieel dat bij het
vervoerbedrijf in gebruik is een revolutionaire ontwikkeling gaande geweest.
Dit betekent dat wij, als wij het materieel dat ons ter beschikking staat
vergelijken met wat wij vijf of zes jaar geleden meenden dat ons nu ter
beschikking zou staan, veel meer zouden moeten hebben dan op dit ogen
blik in f eite het geval is. De wagens zijn geperfectioneerd, doordat het
streven naar efficiency door de producenten van dit materiaal rijkelijk
beloond mag worden genoemd.
Een ander punt dat wij hierbij moeten betrekken is, dat destijds is
uitgegaan van bepaalde prognoses van de aanwas van de bevolking in
en om Breda. Die cijfers zijn anders uitgekomen dan toen werd verwacht.
Als de verwachtingen van destijds bewaarheid zouden zijn, zou Breda op
dit moment 130.000 inwoners hebben. Het zijn er echter nauwelijks
120.000. Het is mogelijk dat over enige tijd het inwonertal van Breda
zal toenemen door verlegging van de gemeentegrenzen, maar indien dit
het geval zou zijn en het vervoerbedrijf dit nieuwe gebied zou moeten
bedienen --ik noem liever geen cijfers in dit verband dan nog is het
aantal werkstanden in de werkplaats ruim voldoende om deze aanwas te
kunnen opvangen. Ook zal tegemoet gekomen kunnen worden aan een be
volkingsgroei in de komende jaren, die naar wij hopen groter zal zijn dan
in de laatste jaren het geval is geweest.
Ik geloof daarom niet dat wij ons hierover in de eerstkomende tien
jaar ernstige zorgen behoeven te maken. Het is natuurlijk te betreuren
dat een bedrag van 141.000,is uitgegeven, dat op dit moment --
laten wij maar heel reëel zijn -- geen cent meer waard is. Laten wij
aannemen dat er een heel grote wijziging komt in de financieringspolitiek
in het land, waardoor dergelijke investeringen heel eenvoudig worden
en wij, mede om andere redenen misschien, vroeger zouden moeten
komen met een plan voor de bouw van een nieuwe werkplaats, dan nog
kan ik u verzekeren dat van die 141.000, geen gulden terugkomt,
omdat een architect dan een heel ander project zal moeten opzetten
dan destijds is ontworpen. Dit is zeer te betreuren. Als de rijksgoedkeuring
destijds onmiddellijk verleend was, zou dit bedrag nuttig besteed zijn
geweest. Nu is het geld verloren. Men moet ook reëel staan tegenover
de investering van 520.000, -- die nu in discussie is. Men moet zich
niet voorstellen dat als er straks een nieuw plan zou komen -- laten wij
aannemen op dezelfde plaats, ik kom daar nog op terug van die
520.000,-- veel zal overblijven. Men doet er dus verstandig aan die
141.000,-- op dit moment volledig af te schrijven. Wij zijn hiertoe
in staat omdat wij beschikken over een reserve die is ontstaan door een
heel bijzonder toeval, n.l. de overdracht van een stortterrein aan de
Terheijdenseweg aan openbare werken. Laten wij dit bijzondere toeval