f sC?-Ztr-e^. 401 14 AUGUSTUS 1969 Ten derde lijkt het mij een vrome wens te veronderstellen dat plaats vervangende leden de continuïteit zullen bevorderen. Ik ben er niet tegen, maar ik geloof meer in een actief dagelijks bestuur en een plaatsvervangend voorzitter. Daar zou ik wel prijs op stellen, opdat het vergaderritme niet wordt verstoord. Ten vierde: wie moet voorzitter zijn van dit orgaan? Ik zal de voor- en nadelen die aan alle mogelijkheden verbonden zijn niet opnoemen. Wij zullen die tegen elkaar moeten afwegen en er geen halszaak van maken. Wij gaan dan ook gaarne akkoord met het voorstel en spreken de wens uit dat spoedig tot het benoemen van nieuwe leden kan worden overgegaan. De heer SP ANJER: Mijnheer de voorzitter. Mevrouw Jager heeft blijk baar gistermiddag contact met jongeren gehad, maar u zult begrijpen dat mijn contacten met de jongeren al van iets oudere datum zijn. Ik heb ook niet helemaal begrepen of het de bedoeling van mevrouw Jager is met een initiatiefvoorstel te komen, maar zij zal het mij niet kwalijk nemen dat ik alle door haar genoemde punten niet zo snel heb kunnen volgen en op hun waarde toetsen. Ik wil gaarne het standpunt van mijn fractie uiteenzetten. Het oude reglement van de jeugdadviesraad gaf burgemeester en wethouders de mogelijkheid een aantal jongeren te benoemen in de jeugdadviesraad. Natuurlijk moet men zich niet helemaal vastleggen op het aantal van drie leden die zouden worden voorgedragen door het Stedelijk Jeugd- en rt-nieuwe l-seftijd- ~>aa-F- nog -nieiiebben-beteikt. Ik meen dat er bij de jongerengroeperingen wat moeilijkheden zijn geweest. De brief van het Stedelijk Jeugd- en Jongeren centrum is daarvan het gevolg geweest. In het voorstel wordt niet helemaal de suggestie gevolgd die in de brief van dat centrum is gedaan, maar des alniettemin meen ik dat niet tekort wordt gedaan aan de essentie ervan. Gevraagd was de helft plus één van het aantal leden uit jongeren te doen bestaan en dit wordt bereikt wanneer wij de voorzitter en de secretaris niet meetellen. Dit is een kleine wijziging waarmee wij wel akkoord kunnen gaan. In het nieuwe reglement wordt echter vastgelegd, dat het college een aantal jongeren zal voordragen minimaal zes -- uit de jongerengroeperingen. Naar mijn mening is dit al een hele stap vooruit. Mijn fractie is in net algemeen niet bijster gecharmeerd van persoonlijke kwalificaties op grond van leeftijden, maar wij zijn van mening dat voor een orgaan als de jeugdadviesraad beslist wel een Uitzondering mag worden gemaakt, want het moet natuurlijk geen college van grootvaders worden. Er mag gerust een aantal jongeren in zitten. Als ik nu zie dat buiten de voorzitter en de secretaris meer dan de helft van het aantal leden van de jeugdadviesraad uit jongeren zal bestaan, moet ik zeggen dat ik met dit voorstel bijzonder ingenomen ben en er gaarne mee akkoord ga. De heer WOESTENBERG: Mijnheer de voorzitter. Ik wil eerst graag een vraag stellen over de orde. Wij zijn nu bezig met bijlage 238 over de jeugdadviesraad. Is punt 18 van de agenda overgeslagen, of heb ik dat niet goed gehoord? niet goed gel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 401