14 AUGUSTUS 1969 408 echter pas dinsdag in "De Stem" gepubliceerd. Wanneer men wil dat de jongeren met ons meedenken, dan moet men ze daarvoor ook de tijd geven. Het is volkomen juist dat men in augustus met dit voorstel homt, maar mijns inziens had het dan in de september- vergadering behandeld moeten worden. Daar zou ik bijzonder veel prijs op hebben gesteld en in ieder geval had dit bij de jongeren veel meer goodwill gekweekt. Wethouder VAN BIJNEN: Mijnheer de voorzitter. Het is geen een voudige taak alle vragen en opmerkingen van de raadsleden te be antwoorden. Ik zal echter trachten de opmerkingen op de voet te volgen. Mevrouw Jager zou graag zien dat het nieuwe reglement als een experiment werd beschouwd. Zij is bang dat het geheel in een tijd spanne van vier jaar wel eens mis zou kunnen lopen en stelde daarom een termijn van twee jaar voor. In dat geval zou men dit experiment kunnen beëindigen en een nieuw experiment beginnen. Als het college dit standpunt had ingenomen, zou het naar mijn persoonlijke overtui ging blijk hebben gegeven geen vertrouwen te hebben in de samen stelling van de nieuwe jeugdadviesraad en in de jeugd die daarin plaats zou nemen. Ik geloof dat wij de ontwikkeling in dezen moeten aanzien en op de voet moeten volgen. Er is al meer dan een jaar ver lopen sinds het college de raad voorstelde de reglementen te wijzigen, gehoord en gezien de publikaties en de discussies die naar aanleiding van de jeugdnota waren verschenen, resp. ontstaan. Wanneer er bij gestuurd moet worden, moet het mogelijk zijn de raad een nieuw voor stel aan te bieden. De brief die de leden van de raad hebben gekregen, heb ik toevallig ook voor mij liggen. Helaas is hij te laat binnenge komen om hier nog besproken te kunnen worden. Omdat mevrouw Jager erover heeft gesproken, wil ik op één aspect van die brief echter wel ingaan. In de brief wordt te kennen gegeven dat het mogelijk moet zijn een plaats in de jeugdadviesraad vakant te stellen, indien tweederde deel van de leden van de jeugdadviesraad van oordeel is dat een lid zijn taak niet juist vervult of niet meer kan vervullen. Ik meen dat wij zo'n situatie altijd moeten voorkomen. Wij hopen dat zij zich nooit zal voordoen. Ik heb daar ook wel vertrouwen in. Sommige mensen vinden het jammer dat de kandidaatstelling, de aanbeveling, de voordracht en het besluit van de raad met zoveel waarborgen zijn omgeven. Men noemt ons een beetje te voorzichtig, sommigen zeg gen zelfs: te angstig. Ik kan de raad vertellen dat wij wel voorzichtig zijn, maar dat er van angst geen sprake is. Wij willen graag zien hoe deze zaak zich zal ontwikkelen en of de jongeren mee hunnen denken in een gezamenlijke jeugdadviesraad, waarin een aantal problemen met betrekking tot het jeugdbeleid aan de orde worden gesteld. Het is een adviesorgaan, dat over alle kwesties met betrek king tot de jeugd zal kunnen praten. Het college van b, en w. zal de raad voorstellen doen, terwijl de raad zelf die voorstellen moet accepteren, ook als zij gebaseerd zijn op adviezen van de jeugdad viesraad.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 408