14 AUGUSTUS 1969 412 De heer Kramer heeft wel vertrouwen in de figuur van de wet houder als voorzitter, hoewel daaraan naast voordelen ook nadelen verbonden zijn. Ik heb al verteld dat dat ook de opvatting is van het college. Wij zijn echter van oordeel dat de voordelen momenteel zwaarder wegen dan de nadelen. De heer Spanjer beschouwt dit voorstel als een grote stap voor waarts. Dit geachte raadslid deelde mee dat de Stichting Jeugd- en Jongerencentrum een aantal studies heeft gewijd aan de nieuwe jeugd- adviesraad en dat hij dus wel op de hoogte is van de opvattingen die daar leven. De heren von Schmid en Woestenberg hebben gevraagd welke instanties gehoord zijn voordat dit voorstel aan de raad werd uitgebracht. Daarop kan ik ten antwoord geven dat de Stichting Jeugd- en Jongeren centrum is gehoord, evenals de werkgroepen in die stichting. "Kreatie" is ook om een oordeel gevraagd, terwijl er voorts twee hearings zijn gehouden. Via kranteberichten zijn de mensen uitgenodigd die hearings bij te wonen. Daarnaast hebben wij nog ongeveer 700 uitnodigingen verstuurd aan adressen die ons bekend waren. Het is heel goed mogelijk dat daar nu net niet dié jongeren bij waren die de heer Woestenberg op het oog had, maar dat is geen opzet geweest; wij hebben gewoon niet geweten welke adressen wij moesten aanschrijven. Wij hebben in ieder geval geprobeerd alle jongeren in dit overleg te betrekken. Thans wil ik graag even ingaan op de opmerkingen die de heren von Schmid en Woestenberg hebben gemaakt over de vertegenwoordiging. De heer Woestenberg was de mening toegedaan dat de leden van de jeugdadviesraad gekozen zouden worden uit een bepaalde politieke groepering. Om te beginnen wil ik vaststellen dat in de Stichting Jeugd- en Jongerencentrum alle soorten jeugdwerk vertegenwoordigd zijn, co"k het zgn. vrije jeugdwerk en mensen die helemaal niet ge organiseerd zijn. Vanzelfsprekend kan men zodoende in die stichting allerlei denkrichtingen onderscheiden, terwijl er voorts een onderscheid is gemaakt tussen jeugdigen en ouderen; de helft bestaat uit jongeren, de andere helft uit ouderen. Het is de bedoeling geweest dat de jeug digen daar het meest aan hun trekken zouden komen. De Stichting Jeugd- en Jongerencentrum heeft er in haar brief bezwaar tegen gemaakt dat wij niet ingaan op haar suggestie om uit die stichting de helft plus één te laten voordragen voor ae jeugdadviesraad. Wij hebben in het preadvies te kennen gegeven dat dat ons inziens niet verstandig zou zijn, omdat degenen die in de Stichting Jeugd- en Jongerencentrum zitten allen subsidiënten zijn, m.a.w. belanghebbenden bij de adviezen die in de jeugdadviesraad worden uitgebracht. Daarom hebben wij het verstandiger geoordeeld dit te beperken tot een aanbeveling van vier personen, die vervolgens door het college aan de raad zal worden voorgedragen. De gemeenteraad benoemt de hele jeugdadviesraad; ik geloof dat de heer Woestenberg dat over het hoofd heeft gezien. De totale voordracht wordt door het college opgesteld, maar vier van de dertien leden worden door de Stichting Jeugd- en Jongerencentrum aanbevolen. Wij zijn zelfs verder gegaan en hebben ons bereid ver klaard meer jongeren in de jeugdadviesraad af te vaardigen. Wij wil len dat echter graag door de gemeenteraad in de hand laten houden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 412