14 AUGUSTUS 1969 414 adviesraad. Als de secretaris niet mee zou kunnen praten, zou er volgens mij afbreuk worden gedaan aan de "zwaarte" van de adviezen die door de jeugdadviesraad worden uitgebracht. De heer von Schmid heeft een uitvoerig betoog gehouden, dat zelfs resulteerde in een voorstel om bepaalde wijzigingen aan te brengen. Ik weet niet of dit geachte raadslid in tweede termijn officiële voorstel len zal indienen hieromtrent, maar dat zal ik afwachten. Ik ben van mening dat de voorstellen die thans aan de raad zijn voorgelegd in be langrijke mate tegemoet komen aan de vraag om inspraak van de jeugd en dat het verstandig is deze zaken voorzichtig en stapsgewijze te ont wikkelen. In de Stichting Jeugd- en Jongerencentrum èn in de jeugd adviesraad kunnen de jongeren nu volledig het spel meespelen. In eerst genoemde stichting kunnen de jongeren volledig aan hun trekken komen, omdat daar al het een en ander wordt gedaan. De heer Melzer heeft er zich over beklaagd dat de jeugd te laat op de hoogte is gesteld van dit voorstel. Ik geloof dat men niet van het college kan verwachten dat het de inspraak blijvend voortzet. Wij heb ben hearings gehouden, wij hebben met de Stichting Jeugd- en Jongeren centrum gesproken en wij hebben het Politiek Jongerencontact om een oordeel gevraagd. Nooit is tijdens zo'n overleg een opmerking gemaakt als thans in de brief van de Stichting Jeugd- en Jongerencentrum. Wèl hebben zij de wens naar voren gebracht om meer jongeren te benoemen en aan die wens hebben b. en w. gevolg gegeven. Als er in dit stadium nog nieuwe gedachten naar voren worden gebracht kunnen wij daar echter niet meer op ingaan. Zij kunnen zich er niet over beklagen dat zij niet gehoord zijn. Wij hebben voldoende informaties ingewonnen en mede aan de hand daarvan een bepaald voorstel opgesteld. Dat voorstel is dinsdag jl. in "De Stem" verschenen, maar dat is niet onze schuld. Op hetzelfde ogenblik dat de raad de voorstellen van het college ontvangt, worden zij nl. ook door de pers ontvangen. Daarover kan het college geen verwijt worden gemaakt. Al met al is het duidelijk dat wij nü een beslissing moeten nemen. Hierna wordt van 21.25 uur tot 21.45 uur gepauzeerd. De VOORZITTER heropent de vergadering. De heer VAN GASTEL: Mijnheer de voorzitter. In tweede instantie wil ik gaarne ingaan op verschillende opmerkingen die mij in eerste in stantie hebben getroffen. Van enkele kanten is gezegd dat het Stedelijk Jeugd- en Jongerencentrum de helft plus één van het aantal zetels zou willen bezetten. In zijn voorstel aan de raad heeft het college hierover iets gezegd. In het preadvies staat nl."Bovendien vloeit uit de taak van de stichting niet zonder meer voort dat de stichting representatief is voor alle Bredase jeugd- en jongerengroeperingen.Ik wijs erop dat dit niét per se, maar per accident het geval is. In de jeugdnota die het vorig jaar behandeld is zijn drie dimensies genoemd die het Stedelijk Jeugd- en Jongerencentrum voorstelt. De eerste dimensie wordt ge vormd door de werksoorten en de vormen van activiteit. Daarin zijn begrepen het methodisch jeugdwerk en de stadsorganisaties, maar ook

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 414