14 AUGUSTUS 1969 430 Het gaat vanavond ook om de communicatie tussen het college en de raad. Op dit moment ben ik er niet van overtuigd dat die com municatie voor lOOfo klopt. Ik vind dat jammer. Ik geloof dat de raad er recht op heeft volledig en duidelijk geïnformeerd te worden. De wethouder heeft gezegd dat de raad zelf wel kan uitvissen wat er precies bedoeld wordt. Tijdens de algemene beschouwingen heeft onze fractie al twee keer een vraag gesteld met betrekking tot de hulp aan de fracties in het algemeen. Onze fractie heeft nog geen fractiesecretariaat'. De balans is niet in evenwicht. Het college heeft een heel apparaat achter zich staan, terwijl wij alleen maar beschikken over wat vrije tijd om het raadswerk te doen. Daarom kan de wethouder niet zeggen dat wij dat zelf wel kunnen uitvissen. Tijdens de algemene beschouwingen heb ik om een rapport gevraagd, eraan toevoegend dat het een bijzonder moeilijke materie was. Een materie kan men echter om die reden niet zo maar laten liggen. Er moet een discussie op gang worden gebracht en of daaraan nu een onderzoek of een survey ten grondslag moet liggen kan mij op zichzelf niet zoveel schelen. Wat meer inzicht zou in ieder geval gewenst zijn. Ik ben blij dat het woord "welzijnszorg" vanavond gevallen is, zodat wij daarover nu ook wat te weten zijn gekomen. Het verheugt mij dat de wethouder inmiddels al enkele kleine toezeggingen heeft gedaan en ik wacht met belangstelling zijn ant woord in tweede instantie af. Tegenover het negatieve van dit stuk willen wij een positief geluid laten horen. Als net, om het zo maar eens uit te drukken, een "ontevreden" jaar gaat worden, zullen wij uit onze reserves moeten putten. Wij hopen t.z.t. te horen welke objecten door het college voor de dienst zullen worden uitgekozen. Wethouder VAN BIJNEN: Mijnheer de voorzitter. Het college wil niet onduidelijk zijn. Burgemeester en wethouders weten welke objecten in de dienst voor sport en jeugd zullen worden ondergebracht, maar er is nog geen collegebesluit genomen en daarom is het stuk. De heer KROON: .nog niet rond'. Wethouder VAN BIJNEN: Het stuk is wel rond, maar als wij al deze objecten zouden moeten opsommen, zouden wij een veel te lange lijst krijgen. Niettemin zijn burgemeester en wethouders be reid de raad die lijst te doen toekomen. In de afdeling voor jeugd en sport is ook om die opsomming gevraagd. Het was echter onmo gelijk in de korte tijd voor de raadsvergadering nog al die objecten aan de raad kenbaar te maken. Daarom hebben wij volstaan met de vermelding welke objecten er zeker niet onder vallen. De heer Kroon heeft gezegd dat speeltuintjes en shot-velden onder de dienst voor beplantingen vallen, maar die hebben nooit onder die dienst geres sorteerd, wèl de aanleg ervan. Hier gaat het echter' om het beheer. In het stuk wordt meegedeeld welke objecten nu onder beheer van beplantingen vallen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 430