14 AUGUSTUS 1969
436
de grondverkeerswaarde voor ieder verschillend wordt berekend.
Wethouder VERMEULEN: In het algemeen kan ik dat wel onder
schrijven. Ik heb in mijn antwoord het accent willen leggen op het feit
dat de m2-prijs niet te vergelijken is met een andere m2-prijs.
De heer WOESTENBERG: Mijnheer de voorzitter. Ik heb vernomen
dat het bedrag aan de glasindustrie Wouters pas over vijf jaar betaald zal
worden. Naar ik aanneem is aan die prijs geen indexclausule verbonden.
Daar kan ik wel mee akkoord gaan, hoewel het grote verschil in prijs
onverkort gehandhaafd blijft. Ik ben bang dat de mensen die in de om
geving van de glasindustrie wonen zich straks gaan beroepen op de m2-
prijs die aan de glasindustrie is betaald.
Wethouder VERMEULEN: Daar behoeft u niet bang voor te zijn.
Wat dit betreft verwijs ik naar de woorden van de heer van Caulil, die
duidelijk heeft gezegd dat de aankoop is opgebouwd uit verschillende
elementen. Men mag er niet van uitgaan dat de m2-prijs ontstaat dooi
de koopsom door het aantal vierkante meters te delen. Er zijn andere
elementen die dat bedrag tot deze hoogte opvoeren. Ik begrijp de vrees
van de heer Woestenberg wel, maar het college tracht de weg die tot
mo-eilijkheden zou kunnen leiden te omzeilen.
De heer WOESTENBERG: Mijnheer de voorzitter. Als ik goed ben
ingelicht is deze glasindustrie ook leverancier van de gemeente. Het be
drag dat nu door de gemeente op tafel zal worden gelegd wordt mede be
paald door de omzet van het bedrijf per m2. Op een gegeven ogenblik
blijft die omzet op hetzelfde niveau, omdat daar veel gemeentelijke
leveranties in zitten. Moet nu van diezelfde gemeente die prijs per m2
geëist worden?
Wethouder VERMEULEN: Mijnheer de voorzitter. Ik wil hierop
wel een antwoord geven, hoewel de heer Woestenberg in feite in derde
instantie het woord heeft gevoerd. Ervan uitgaande dat de opmerking
van de heer Woestenberg juist is, zou ik het onbetamelijk vinden dat
de overheid om die reden het bedrijf in zijn privaatrechtelijk handelen
zou "pakken". Of het bedrijf die omzet nu te danken heeft aan de ge
meente Breda, of aan welke derde dan ook, dat mag voor de overheid
geen enkele reden zijn om er een punt van te maken bij het vaststellen
van de prijs.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het
voorstel van b. en w. besloten.
25. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET
AANGAAN VAN OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE VERVREEM
DING VAN ONROEREND GOED.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
overeenkomstig dit voorstel van b. en w. besloten.