43 16 JANUARI 1969. de tekst van dit voorstel, omdat het een duidelijke zaak is dat een dergelijke investering en een bijdrage in de exploitatie ten behoeve van 35 tot 40 deelnemers niet in het algemeen belang zou zijn. Wat spreker rest is aan het college van burgemeester en wethouders en de collega's uit de raad dank uit te spreken voor de bereidwillig heid aan het experiment deel te nemen. Dank ook aan de ambtena ren, die zich met deze mensa hebben bezig gehouden en vooral bij zonder dank aan de bemanning van het sportcentrum. Toen de voorzitter de mensa opende heeft hij gesignaleerd dat het een plaats was waar men elkaar kon treffen. Hij heeft toen gezegd "mensa dat zou kunnen betekenen samen", mag spreker dan besluiten met "mensa-amen". De heer VAN CAULIL heeft van de wethouder begrepen dat met de mensa wordt gestopt. Als dat zo is, wil hij een gepaste stilte be trachten. Wethouder BROEDERS zegt de heer van Caulil wel gerust te kunnen stellen. De raad heeft n.l. vorig jaar het besluit genomen dit expe riment nog een jaar voort te zetten. Dit houdt dus in dat van de kant van het college er geen voorstel meer komt, hetgeen betekent dat er gewoon mee wordt gestopt, tenzij vanuit de raad een initiatiefvoor stel zou komen. Spreker zegt toch wel blij te zijn met de woorden van de heer van Dun, die daarmee ook betrok alle mensen die getracht hebben dit experiment te doen slagen en daartoe hun beste krachten hebben ge geven. Er zijn veel mensen voor ingezet. Spreker wil ook in die woorden het mensabestuur betrekken, alsmede de begeleidingscom missie. Het is vaak zo bij experimenten dat men tevoren niet weet hoe het af zal lopen. Dit experiment is niet geslaagd en daarbij is niets anders te zeggen dan dat de mensa geen kans meer heeft op voortzetting, waaruit de consequenties zijn getrokken. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 20. VOORSCHOT EX ARTIKEL 126 VAN DE KLEUTERONDERWIJSWET OVER HET JAAR 1968. Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten. 21. MAATREGELEN IN VERBAND MET OMKERING RIJRICHTING BOSCHSTRAAT. De heer DE GIJSEL zegt dat dit voorstel van burgemeester en wet houders vanuit middenstandskringen van harte wordt toegejuicht. Het stemt tot voldoening te merken, dat het college genegen is om op een genomen besluit terug te komen, waardoor thans de neringdoen den de mogelijkheid hebben om hun omzet weer op een redelijk ni veau te brengen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 43