449 18 SEPTEMBER 1969 zijner tijd ook elders huisvesting voor deze dienst gevonden zou kun nen worden. VRAAG. De heer BROOIMANS zegt op 17 oktober 1968 aandacht te hebben gevraagd voor de onooglijke zijgevel van de bakkerij van 'van den Bruele. Hij heeft toen gevraagd die zijgevel te doen bepleisteren. Hij heeft op zijn vraag nog geen antwoord ontvangen, hetgeen hij niet zo erg vindt, maar hij betreurt, dat tot nu toe niets aan de muur gedaan is. ANTWOORD. Bij ons besluit van 5 januari 1967 no. V/22404 werd aan Vroom en Drees- mann N. V. vergunning verleend tot het slopen van de voormalige r.k. kerk, pastorie en parochiehuis. Aan deze vergunning werden de volgende voorwaarden verbonden: aop het open terrein moest een verharding worden aangebracht; b. de erfscheiding op de achtergrens van het terrein moest in overleg met bouw- en woningtoezicht worden voorzien. In onze brief van 22-12-1967 no. V/23151 gericht aan de directie van Vroom en Dreesmann N. V. inzake het inrichten van het onderwerpelijk terrein tot parkeerterrein werd met betrekking tot de achtergrens van het perceel het navolgende bepaald: "De gevels van de door de sloop van de kerk zichtbaar geworden panden dienen te worden afgewerkt zodat een behoorlijk aanzicht ontstaat". Deze verplichtingen werden door Vroom en Dreesmann N. V. overgedra- en aan het Autobedrij f Leendert Vriens N. V. en voor zover dezerzijds ekend door deze geaccepteerd. Tussen de pastorie en het naast gelegen winkelpand van de heer v.d. Bruelebevond zich een kleine ruimte, welke eveneens is aangegeven op de kadastrale kaart. Na sloping van de pastorie bleek - geheel tegen de verwachtingen in - dat zich in de muur van het winkelpand balkgaten bevonden, welke ver moedelijk afkomstig zijn van een bebouwing, welke zich hier bevond voordat de pastorie werd gebouwd. Tevens bevindt zich op ongeveer 2,5 m onder de huidige goot een hori zontaal gelegen houten balk, vermoedelijk een muurplaat, zodat mag worden aangenomen, dat het pand van de heer van den Brueledestijds is verhoogd, waarbij men de muurplaat niet heeft verwijderd. De eigendomsverhouding van deze muur en de eerdergenoemde open ruimte is derhalve niet duidelijk. Een bepleistering van de gevel zonder het treffen van verdere bouwkun dige voorzieningen aan de muur is niet mogelijk.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 449