451 18 SEPTEMBER 1969 De beantwoording van de vraag is tengevolge van dit in hoofdzaak schriftelijk overleg tot onze spijt vertraagd. VRAAG. De heer SP ANJER stelt, dat hij in de rondvraag van de vergadering in maart een vraag heeft gesteld naar aanleiding van de financiële moei lijkheden van "De Trapkes". Hij constateert, dat hij tot heden op deze vraag geen antwoord heeft gekregen. ANTWOORD. Op 26 maart 1969 heeft de minister van cultuur, recreatie en maat schappelijk werk de stichting Vestzaktheater "De Trapkes" meegedeeld, dat zij bereid was de stichting met ingang van 1969 subsidie te verlenen op titel van Open Jeugdwerk. Door de gemeente was toen reeds een voorschot op het te verlenen gemeentesubsidie 1969 uitbetaald. VRAAG. De heer VAN DER WERFF merkt verder op enige maanden geleden wel de toezegging te hebben gekregen, dat het brandneteleuvel in het Postlaantje bestreden zou worden, hetzij met weed-killer, hetzij anders zins. Hij ziet de netels echter nog welig wassen. ANTWOORD. Met de bestrijding van het brandneteleuvel in het Postlaantje zal zo spoedig mogelijk worden begonnen. VRAAG. In het Latijn overgaand zegt de heer VAN DER WERFF et ceterum censeo brevissium agendandum esse. ANTWOORD. Het college kan op deze herhaalde uitspraak alleen maar antwoorden: "et ceterum censemus brevius orandum fortiusque agendum esse". VRAAG. De heer KRAMER vraagt verder aandacht voor de in de nieuwe stuw aan de Galderseweg aanwezige put, welke met afval wordt gedempt. Kan dit dempen niet gebeuren buiten de zomermaanden, om het recreë ren in deze mooie streek niet te verstoren. Hij vraagt of het college van burgemeester en wethouders met hem van mening is dat het dempingsmateriaal zodanig zou moeten zijn, dat stank en branden onmogelijk zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 451