18 SEPTEMBER 1969 460 afwachten om te bezien hoe de verkeersstromen zich gaan ontwik kelen. Mocht daarbij blijken dat op dit punt een verkeerslichten installatie nodig is, dan kan daarin op zeer korte termijn worden voorzien door het plaatsen van een provisorische installatie die binnen kort op een ander punt vrijkomt. De VOORZITTER: Weet wethouder Broeders hoe snel Gedepu teerde Staten werken? Wethouder BROEDERS: Dat is een uitgebreidere vraag dan die welke vanuit de raad is gesteld. De heer QUADEKKER: Het antwoord kan heel kort zijn. Wethouder BROEDERS: Ik kah niets met zekerheid zeggen, maar in de onderhandelingen met Gedeputeerde Staten zullen wij ons uiterste best doen om in mei 1970, het tijdstip dat is genoemd voor het gereed komen van de aansluiting van de rondweg op ae rijksweg, de veiligheid van deze weg verzekerd te hebben. Ik wil hiermee zeggen dat dit hoge prioriteit heeft en dat wij bij Gedeputeerde Staten alle moeite zullen doen om dit tijdig gerealiseerd te krijgen. De heer VAN WERKHOOVEN: Als het enigszins mogelijk is wil ik toch graag vernemen binnen welke tijd een en ander zijn beslag zal krijgen. Ik weet wel dat dit heel moeilijk te zeggen is, maar wij moeten toch wel weten of het een jaar of anderhalf jaar of twee jaar zal duren. De ervaring die met vroegere installaties is opgedaan kan hier van dienst zijn. Wethouder BROEDERS: Ik heb mei 1970 genoemd als tijdstip waarop de rondweg voor het doorgaande verkeer zal worden openge steld. In het college is gezegd dat dan ook de verkeerslichten er zul len moeten staan, maar dat hangt niet alleen van ons college af. Daarom gaan wij naar Gedeputeerde Staten om te bepleiten dit krediet goed te keuren, zodat de verkeerslichteninstallaties bij de openstelling van de rondweg gereed zullen kunnen zijn. Hiermee hebt u natuurlijk geen toezegging van mij gekregen, maar in ieder geval is dit het standpunt van het college. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 9. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET VERLENEN VAN EEN VOORBEREIDINGSKREDIET VOOR DE VERBOUW EN INRICHTING VAN KELDERRUIMTEN ONDER HET STADHUIS TOT GEMEENTELIJK INFORMATIE- EN VOORLICH TINGSCENTRUM. De heer VAN LOON: Men zou mogen verwachten dat er vanuit de raad een aantal vreugdeschoten zou weerklinken nu dit voorstel aan de orde is gesteld. Het is u bekend dat er zowel vanuit de raad

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 460