467 18 SEPTEMBER 1969 discussie haar neerslag kunnen krijgen in de krant, hetgeen naar ik mij voorstel de belangstelling van de burgerij zal stimuleren. Het informatiecentrum zou dan dus een schakel tussen gemeentebestuur en burgerij zijn en zou tegelijkertijd als inlichtingenbron fungeren. Er is zojuist gesproken over openbaarheid van vergaderingen van raadsafdelingen enzovoorts, maar ik geloof dat het inderdaad be langrijk is wanneer er in de toekomst direct een openheid is en dat besluiten van het college en adviezen van raadsafdelingen meteen bekend worden gemaakt. Omgekeerd geldt dat ook voor de reacties van de burgerij, terwijl voorts uiteraard raadsstukken en nota's ter inzage moeten worden gelegd. Dan zou ook het idee dat de V. V.D. naar voren heeft gebracht, namelijk de stukken toesturen aan mensen die daarvoor belangstelling hebben, concreet kunnen worden uitge werkt. Daarnaast moet er natuurlijk plaats zijn voor de informatie sec aan jongeren, scholen en anderen die daarvoor belangstelling hebben. Ik weet wel dat dit alles niet ineens van de grond zal kun nen komen, en dat er veel organisatietalent voor nodig is om alles te runnen, maar toch meen ik dat het goed is uit te gaan van de vraag wat wij met dat informatiecentrum willen. Dat is dan het be trachten van openheid en het geven van creatieve inspraak aan de burgerij. Die intentie zou ik voorop willen stellen. Samenvattend wil ik zeggen dat ik mij geheel aansluit bij de gedachte van de toegang via de Poort van Kleef, dat ik bijzonder veel aandacht wil besteed zien aan de, om het zo maar te noemen, topografische koppeling van het bureau voorlichting en het informatie centrum, en dat ik meen dat er voldoende geld beschikbaar moet worden gesteld om dit informatiecentrum werkelijk optimaal te laten fungeren. Voorts wil ik graag dat in het antwoord van het college iets tot uitdrukking komt van hetgeen het zich voorstelt wat een informatiecentrum precies moet zijn. De heer WOESTENBERG: Wat mij betreft gaan wij letterlijk naar de kelder. Het is natuurlijk prachtig dat er een voorlichtings centrum komt, vooral wanneer wij daar ook de verschillende jongeren- froeperingen in onderbrengen. Echter niet alleen de jongeren, want et is toch de bedoeling dat het voor iedereen toegankelijk zal zijn. In De Stem werd de vraag gesteld wat voor informatie daar zal wor den gegeven, door wie en aan wie. Het is duidelijk door wie dit zal gebeuren, maar aan wie? Naar mijn mening moet dit zijn: aan iedereen, jongeren €n ouderen, ook aan bejaarden, vooral wat Sociale Zaken betreft en verder alles wat op het vlak van de ge meente ligt. Men kan nu wel zeggen dat dit een veel te hoog bedrag is om aan ons mooie, historische stadhuis te besteden, maar daar ben ik het niet mee eens. In feite had dit bedrag allang besteed moeten worden. Men wil dit stadhuis min of meer ten achter stellen bij een nieuw stadhuis. Men bouwt een heel nieuw stadhuis of breekt het oude af of wat dan ook, maar dat is een heel ander punt. De vorige sprekers hebben een alternatief voorgesteld en ik zal dat ook doen. Ik heb daartoe niet het initiatief genomen; deze ge dachte is al door anderen geopperd. Dezen hebben voorgesteld dit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 467