18 SEPTEMBER 1969 468 oude historische stadhuis, waar wij allemaal trots op zijn, bestuurlijk te laten zoals het is en daarnaast het oude politiebureau af te breken en op deze plaats een torenflat te bouwen voor een administratief centrum. Dit zou een even goed alternatief kunnen zijn als het peperdure civic centre. Er is gesproken over voorlichting aan bepaalde personen en bepaalde groeperingen. Ik heb daarbij ook gedacht aan de mogelijkheid te komen tot vergaderingen van jongeren, bij toerbeurt van elke politieke kleur, wat mij betreft van elke politieke partij. Zij zouden de gelegenheid kunnen krijgen eenmaal per maand daar te vergaderen en te laten horen wat zij te zeggen hebben, zo ider dat zij voor noge zaalkosten komen te staan Ik ben namelijk een beetje bang dat de Poort van Kleef een Poort van de K.V.P. zou kunnen worden. De heer MELZER: Noem het dan "'t Roode Hert"! De heer WOESTENBERG: Ik ben niet tegen de K.V.P. maar ik ben er niet voor dat zij alleen aan het woord is. Veel Bredanaars vragen mij als ik hen vraag eens te komen luisteren op de publieke tribune: "Mag je daar dan komen?" "Ja natuurlijk,ant woord ik dan, "die is net zoveel van u als van mij, net zoveel van u als van de burgemeester, komt u rustig kijken en luisteren, niemand jaagt u weg! Daarom moet het informatiecentrum ook letterlijk voor iedereen zijn en informatie geven over alles wat de gemeente betreft. Ik vraag mij dan ook af wanneer een bedrag hoog is. Als iets goed is, is het nooit te duur. Als men dan ook overgaat tot de bouw van het civic centre, dat erg veel kapitaal vereist, meen ik dat men nog eens goed moet overdenken of het misschien niet beter is het stadhuis met zijn zware meubelen -- laat ze maar rustig staan! --te restaureren. Er zijn punten waar gaten in de muren zitten waardoor men zomaar van binnen naar buiten kan kijken. Ik heb bovendien helemaal geen behoefte aan een speciale trouw zaal. Nog afgezien van de vraag of de kelderruimte zal worden ingericht als informatiecentrum, ben ik van mening dat zij zeker gerestaureerd moet worden. Er is wel eens geld minder goed besteed. Nogmaals: ik ben een voorstander van goede informatie, aan ieder een en over alles wat de gemeentelijke zaken aangaat. Ik hoop dat wij samen naar de kelder gaan. De heer VAN DE MEERENDONK: Ik meen dat het grootste deel van de raadsleden overtuigd is van het nut van een goed informatie- en voor lichtingscentrum. Ik meen ook te mogen stellen dat iedereen de noodzaak of in ieder geval de wenselijkheid inziet dit centrum zo dicht mogelijk bij het bestuursapparaat te plaatsen, liefst binnen de muren van het raad huis. Ik heb gehoord dat de enige ruimte die daarvoor beschikbaar is de kelderruimte is. Misschien zou in de naaste omgeving van het raadhuis een alternatieve ruimte te vinden zijn. De kosten van verbouwen en in richten zouden dan echter waarschijnlijk belangrijk hoger worden, terwijl juist het raadhuis zelf over een ruimte beschikt die m. i. voor dit doel zeer geschikt te maken zou zijn. Ik zou zelfs zo ver willen gaan te zeggen dat ik, wanneer binnen het raadhuis wél een andere ruimte beschikbaar zou zijn, toch de kelder zou prefereren. Ik ben er namelijk van overtuigd dat met inschakeling van een goede interieurarchitect hier een informatie centrum kan worden geschapen dat volkomen aan zijn doel beantwoordt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 468