477 18 SEPTEMBER 1969 dat is zeker niet de bedoeling van burgemeester en wethouders geweest. Dit geachte raadslid vroeg zich voorts af of een bedrag van 10.000, -- was wel voldoende zou zijn om het geheel uit te voeren. Als er technisch niel onoplosbare moeilijkheden zouden rijzen in de kelder, zou het voor- gele bereidingskrediet inderdaad niet wel besteed zijn. Het college is even- reid wel de mening toegedaan dat de kelder geschikt is voor de voorlichtings activiteiten die in het preadvies zijn vermeld. dat De heren Melzer en von Schmid hebben in tweede instantie te en kennen gegeven dat het aannemen van dit voorbereidingskrediet voor hen betekent dat zij ook akkoord gaan met het voteren van het bedrag van 220. 000, -- dat in een later stadium gevraagd zou moeten worden. rnai Persoonlijk ben ik van oordeel dat men pas kan zien wat het informatie- Ik t centrum inhoudelijk zal gaan betekenen wanneer het bedrag van ƒ220.000, - wer aan de raad zal worden gevraagd en wanneer het voorbereidingskrediet die is aangewend voor het doel waarvoor het is bestemd. Evenals de leden col van de raad heb ik een kaart voor mij liggen, die mijns inziens duide- gez lijk maakt dat er vanavond over een reële zaak gesproken wordt. De nad vraag wat er precies gaat gebeuren met het bedrag van 220.000, -- alsi' kan eerst beantwoord worden op het moment dat dat bedrag ook wer- reei kelijk wordt gevraagd. Degenen die van mening zijn dat het voorlich tingscentrum überhaupt niet in de kelder behoort te worden ondergebracht, zullen uiteraard de opvatting huldigen dat het voorbereidingskrediet van ing 10.000, -- niet op de juiste wijze wordt besteed. Er zijn vanavond alternatieven genoemd die het gebruik van de kelder voor dit doel niet nodig zouden maken. Vanzelfsprekend wil het college die alternatieven nader bestuderen, maar niettemin kan ik mij voorstellen dat het voorbereidingskrediet voor de inrichting van die kelder nodig is; aan het adres van de heer van Werkhooven voeg ik eraan toe dat het onderzoek daarin echt wel betrokken kan worden. Een misverstand is tot uiting gekomen over de ingang. Van de heer van de Meerendonk en anderen heb ik vernomen dat zij prijs stellen op een onderdoorgang bij het bordes. Die situatie zal bezien moeten worden in het licht van de reconstructie van de markt. Ik hoop dat de ingang onder het bordes inderdaad verdiept zal kunnen worden, maar dat zal dus vat nog bezien moeten worden. Een andere ingang is mogelijk bij de Poort en van Kleef. In dat geval zal de ruimte in de Poort van Kleef, die vanaf er de markt direkt te zien is, een wellicht belangrijk deel verliezen om Hel daar de mensen te ontvangen en vandaar de mogelijkheid te bieden wai naar déze kelders te gaan. Ik wil er echt geen misverstand over laten aar bestaan dat van daaruit een toegang tot deze kelders zal moeten worden de gecreëerd. stui In antwoord op een desbetreffende vraag van de heer Melzer deel woi ik mee dat er alles aan gedaan zal worden om de ingang onder het bordes get ook geschikt te maken voor bejaarden en minder validen. Over een even- dat tueel explosiegevaar heb ik niet zo nadrukkelijk met de brandweer gespro- de ken. Zoals men heeft kunnen lezen, heeft de brandweer aan de dienst van Openbare Werken meegedeeld dat zij ongeveer 8.000,-- nodig heeft om de brandpreventie goed te doen zijn. In overleg met de brandweer ing zullen wij daaraan alle aandacht schenken; wij zullen erop toezien dat de het explosiegevaar wordt uitgesloten. te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 477