481
18 SEPTEMBER 1969
13. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET
AANLEGGEN VAN RIJWIELPADEN IN DE MARIALAAN.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
achtereenvolgens conform deze voorstellen van burgemeester en
wethouders besloten.
14. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VAST
STELLING VAN EEN VERORDENING, HOUDENDE VOORSCHRIF
TEN INZAKE HET PARKEREN VAN VOERTUIGEN OP DE OPEN
BARE WEG.
De heer QUADEKKER: Hoewel ik wel voor uw voorstel zal
stemmen is het naar mijn persoonlijke mening een onhandelbaar
stuk. Dat is het enige dat ik ervan wil zeggen.
De heer VAN DER ZWAN: Onze fractie is voor dit voorstel.
Ik neem aan dat dit voorstel is bedoeld om excessen tegen te gaan
en niet meer dan dat. Wanneer deze verordening in deze zin wordt
toegepast is het naar mijn mening een goede verordening.
De heer VAN WERKHOOVEN: Onze fractie kan vanzelfsprekend
akkoord gaan met dit voorstel, omdat het juist is dat excessen op dit
gebied worden bestreden. Wat het voorstel zelf betreft kunnen wij
er dus mee akkoord gaan. Ik meen echter dat deze verordening in de
praktijk moeilijkheden zal opleveren, iets waarop ook de heer Quadek-
ker doelde. Artikel 5 zegt:"Het is verboden een niet rijklaar motor
voertuig of een ander voertuig, waarmede om andere dan eenvoudig
en onmiddellijk te verhelpen redenen. Dat is zo vaag dat men er
van alles uit kan halen. Ik heb van deze materie studie gemaakt en
heb hierover ook een gesprek gehad met een officier van justitie in
Breda, die het met mij eens was dat deze verordening allerminst
waterdicht is. Nu weten wij allemaal wel dat geen enkele wet geheel
waterdicht is, want anders zou er niet zo veel jurisprudentie nodig
zijn. Wat een verordening als deze betreft is er echter heel weinig
jurisprudentie, terwijl die hierbij toch wel degelijk noodzakelijk is.
Ook in dezen prevaleert evenwel de rijkswet boven de gemeentelijke
politieverordening en nu heb ik het gevoel dat deze verordening zo
tegen de wet in casu het r. w. v. ingaat dat je bang kunt zijn voor de
consequenties. Aan de andere kant kan men zeggen dat deze verorde
ning in de praktijk wel zal voldoen, want als er duizend processen-
verbaal worden opgemaakt zal misschien één geverbaliseerde in be
roep gaan om het eens uit te zoeken. Wellicht wordt hij dan in het ge
lijk gesteld of misschien ook niet, maar in ieder geval zullen met deze
verordening excessen praktisch worden voorkomen.
Het wrakkenprobleem wordt in het stuk ook zijdelings aangeraakt,
maar dat probleem wordt hiermee absoluut niet opgelost. Dat blijft pre
cies zoals het nu is, want in deze verordening worden alleen boetes op
gelegd aan de houders van motorvoertuigen en in de praktijk blijkt wel
dat wrakken meestal geen eigenaar meer hebben of dat die eigenaar