483
18 SEPTEMBER 1969
15. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT
WIJZIGING VAN DE DRANK- EN HORECA VERORDENING
BREDA 1967.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
Hierna wordt gedurende enkele ogenblikten gepauzeerd.
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering.
16. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT
VERLAGING VAN HET KREDIET VOOR DE STICHTINGS-
KOSTEN VAN HET COMPLEX VAN 420 GALERIJWONINGEN
MET 78 INPANDIGE GARAGES IN HET UITBREIDINGSPLAN
HOGE VUCHT, GEBIED BIESDONK-NOORD.
De heer SP ANJER: Ik heb over dit voorstel een paar vragen te
stellen en aangezien dezelfde vragen kunnen worden gesteld over
het volgende punt zou ik beide voorstellen graag gelijktijdig willen
bespreken. Het gaat hier om een kredietverlaging voor de stichtings-
kosten van een aantal woningen die al zijn gebouwd. Bij de getallen
die nu worden genoemd vallen twee posten op die nogal rigoureus
zijn verlaagd, namelijk de posten renteverliezen en aansluitkosten.
In de afdeling heb ik daarover vragen gesteld en daarop heb ik een
antwoord gekregen dat voor mij aanvankelijk een beetje verward was,
maar waarvan ik later toch begreep wat daarmee eigenlijk bedoeld
was. In één van beide stukken of misschien in beide stukken staat
namelijk dat de renteverliezen op dit bedrag zijn teruggebracht
omdat het rijk dit voorschrijft, en wel tot 600, -- per woning. Te
vens heb ik in de afdeling gevraagd hoe het komt dat de aansluit
kosten zo laag zijn; daarbij "gaat het om een bedrag van 500, --.
Verder staat in het voorstel dat de verlaging van de stichtingskosten
wel een gunstige invloed heeft op de kostprijshuur, maar dat dit niet
wil zeggen dat deze woningen nu goedkoper zullen zijn dan aanvanker
lijk werd verwacht. Om niet elders de mening te doen postvatten dat
deze woningen toch goedkoper worden, want dat staat helemaal nog
niet vast en ook bestaat de mogelijkheid dat deze bedragen later
terugkeren -- dat heb ik bij de behandeling in de afdeling zo begre
pen --, wil ik graag weten hoe het nu precies zit met deze verlagingen
en wat de motivering van hoger gezag is geweest om beide posten lager
te stellen.
Wethouder GIELEN: Ik zal pogen hierop een antwoord te geven.
Men moet deze stukken niet zien als de eindafrekening van deze
woningwetbouw -- dat geldt zowel voor 16 als voor 17 maar als
het resultaat van het door Gedeputeerde Staten aan ons gerichte ver
zoek om een aansluiting te bewerkstelligen aan de bedragen die het
rijk met name voor de aansluitkosten en de renteverliezen heeft ge
fixeerd. Er komt dus nog een eindafrekening, waarbij nog rekening