18 SEPTEMBER 1969
484
moet worden gehouden met de risicoverrekeningen die nu eenmaal
met betrekking tot loon- en materiaalkostenstijgingen na afloop
moeten plaatsvinden. Het was aangenamer geweest wanneer dit
nu ineens hierin had kunnen worden verwerkt. Dit kon echter niet.
Men moest het nu voorlopig doen zoals deze voorstellen aangeven,
zulks op verzoek van het rijk, welk verzoek via Gedeputeerde Staten
tot ons is gekomen. U kunt dit dus eigenlijk als een formele zaak
beschouwen; de eindafrekening komt later.
De heer VAN DER ZWAN; Ik wil er nog een korte opmerking
over maken. In voorstel nr. 16 heeft men voor renteverliezen aan
vankelijk een bedrag van 495.000, -- ingecalculeerd en dit is nu
teruggebracht tot 252. 000, --. Dit laatste bedrag is precies 420 x
600, - -, het door het rijk voorgeschreven bedrag. In voorstel 17
is het nog sprekender, want daar zijn de kosten teruggebracht tot
ongeveer 40°]o van het aanvankelijk begrote bedrag. Betekent nu een
verlies van 600, -- per woning dat de gemeente dit moet bijbetalen?
Wethouder GIELEN: Het wil niet zeggen dat dit de eindbedragen
zullen zijn. Voorlopig accepteert het rijk voor rente 500, -- per
woning, maar dat betekent niet dat dit bedrag straks niet hoger mag
zijn. Voorlopig baseert men zich echter op de ervaringscijfers van
500, -- voor rente en 600, -- voor aansluitkosten. De eindbedragen
van straks kennen wij nog niet.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
17. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT
VERLAGING VAN HET KREDIET VOOR DE STICHTING S-
KOSTEN VAN HET COMPLEX 528 GALERIJWONINGEN MET
66 INPANDIGE GARAGES IN HET UITBREIDINGSPLAN HOGE
VUCHT, GEBIED GEEREN-ZUID.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
conform het voorstel besloten.
18. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT
ONGEGRONDVERKLARING VAN HET VERZOEK OM VOOR
ZIENING INZAKE DE AANSCHRIJVING TOT WONINGVER
BETERING WETH. ROMBOUTSSTRAAT 15.
De heer BARIJ: De betreffende reclamante is aangeschreven
om onder meer de niet goed functionerende riolering te doen her
stellen. Ik lees in het voorstel dat de dienst van openbare werken
heeft geadviseerd de riolering aan te sluiten op het gemeenteriool,
maar ae reclamante zegt dat dit niet goed mogelijk is wanneer de
bewoners van de twee aangrenzende huizen niet dezelfde eis gesteld
krijgen. Ik lees in het stuk niet of reclamante met deze stelling
gelijk heeft, maar zou dat wel het geval zijn, dan zou het advies
van openbare werken wel wat ver gaan.