18 SEPTEMBER 1969
492
Mevrouw van Mierlo vraagt of wij er iets aan kunnen doen
wanneer wij vernielingen zien gebeuren, iets dat natuurlijk maar
zelden voorkomt. Er wordt toezicht uitgeoefend doordat men controles
houdt tijdens het gebruik van deze lokalen; er wordt in een soort log
boek aangetekend wie de lokalen gebruikt. Het is echter zeer moeilijk
om te constateren dat beschadigingen door een bepaalde club of door be
paalde kinderen zijn aangebracht. Ik heb bovendien de ervaring dat,
wanneer je tenslotte wel weet welk kind of zelfs welke vereniging
vernielingen heeft verricht, het nog bijzonder moeilijk is de schade
te verhalen. Ik meen dat de heer Barij, die in de afdeling voor juri
dische zaken zit, zich nog wel kan herinneren dat wij bijzonder veel
moeite hebben gehad met de afwikkeling van een zaak van beschadi-
fing door een vereniging of door jeugdigen. Er wordt wel aandacht aan
esteed, maar wij slagen er bepaald niet altijd in om de vernielingen
door iemand betaald te krijgen.
De heer QUADEKKER: De wethouder heeft gevraagd of de pers
aan deze zaak aandacht wilde besteden en wilde mededelen dat er veel
onnodige vernielingen worden verricht. Geen enkele vernieling is echter
nodig en dus meen ik dat het beter is te spreken van alleen vernielingen.
Wethouder VAN BIJNEN: Ik heb mij verkeerd uitgedrukt. Er
zijn natuurlijk beschadigingen die door slijtage en door het gebruik
optreden en die normaal zijn, maar vernielingen zijn inderdaad altijd
onnodig.
De heer MELZER: Het blijkt dat ook wel van de zijde van de
verenigingen beschadigingen worden aangericht. Is het nu niet mogelijk
om van de verenigingen die van de lokalen gebruik maken te vergen
dat zij tegen w.a. verzekerd zijn?
Mevrouw JaGER-MIDDELBEEK: Ik heb overwogen om de ge
bruikers van deze lokalen van te voren een soort waarborgsom te laten
storten. De ouders van de kinderen weten dan waar het om gaat. Ik
heb overigens geen antwoord gekregen op mijn vraag of het niet goed
is een schrijven te zenden aan ouders en hoofden van scholen.
Mevrouw DE BONTE-DE MUNNIK: Wanneer gesteld wordt
dat de ouders een circulaire moet worden gezonden om hen op deze
zaak attent te maken, zou ik willen voorstellen om, wanneer het
euvel dat veroorzaakt is door vocht moet worden verholpen en dat
een gevolg is van de nalatigheid van de leiders, in de betrokken
gebouwen een voorschrift voor het gebruik ervan op te hangen. De
wethouder zei voorts dat er nu voorzieningen moeten worden getroffen
om die euvelen te verhelpen, maar hieruit volgt dat bij de bouw een
fout is gemaakt, want als het alleen zou komen door het niet luchten
of door het te veel openzetten van de ramen zouden die voorzieningen
er niet behoeven te komen. Ik neem dus aan dat er ook tekortkomingen
bij de bouw zijn geweest. Vernielingen zijn erg en vervelend en een
ieder die daartoe in staat is moet trachten ze te voorkomen, maar wij