18 SEPTEMBER 1969
498
vind het jammer dat dit niet eerder is aangepakt, maar aan de andere
kant zou ik de heer van der Werff en ook ae heer van Banning willen
zeggen dat het scheppen van die eenheid en het aandragen van argu
menten daarvoor op zijn zachtst gezegd minder op de weg van het
gemeentebestuur van Breda ligt dan op de weg van het provinciaal
bestuur. Ik kan van beide kanten nu iets zeggen. Ik aanvaard het
verwijt graag, maar het is volstrekt duidelijk dat een dergelijke vraag
om eenheid -- dat ben ik met de sprekers volstrekt eens --op een
andere plaats moet worden beantwoord. Hoe dit zij, als wij iets
zouden kunnen doen aan die eenheid zou ik dat bijzonder graag willen;
die kans zouden wij dan zeker moeten grijpen. Wij hebben echter naar
ik meen beperkte mogelijkheden, alhoewel het voor de inwoners van
Breda natuurlijk van groot belang is of de achtste medische faculteit
in Noord-Brabant zal komen. Onze mogelijkheden zijn evenwel niet
enorm uitgebreid. Met respect voor alles wat er is gezegd en voor de
zakelijke argumentatie die is aangevoerd en voor het benutten van
alle democratische middelen die er zijn, wil ik u thans voorstellen
ermee in te stemmen dat het college van burgemeester en wethouders
zich, vanzelfsprekend namens de raad, richt tot de Kamerleden, daar
voor een goede argumentatie zoekt die niet zo erg moeilijk te vin
den is -- en voor zover het dan mogelijk is,de eenheid in dit soort
zaken in Brabant bevordert.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten conform
het gewijzigde preadvies van burgemeester en wethouders.
38. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS EEN
BEDRAG TE VOTEREN VOOR DE VIERING VAN DE 25 STE
VERJAARDAG VAN DE BEVRIJDING VAN BREDA.
De heer MELZER: Onlangs heeft u in het dagblad De Stem
kunnen lezen dat men het idee had dat er bij de bevolking van Breda
te weinig dankbaarheid bestond voor het feit dat zij bevrijd is door
de Polen. Ik meen hiertegen stelling te moeten nemen. Ik geloof dat
dit eerder komt doordat hetgeen men als festiviteiten heeft opgezet
tot een veel te kleine kring is beperkt. Ik heb naar aanleiding van de
Torenfeesten in deze raad duidelijk gesteld dat ik hoopte en verwachtte
dat als gevolg van de Torenfeesten de 60-jarige verjaardag van Hare
Majesteit en de 25ste herdenking van de bevrijding van Breda niet in
het gedrang zouden komen. Er zijn toen naar ik meen wat dit betreft
wel toezeggingen gedaan. Ik moet u nu wel zeggen het resultaat bij
zonder mager te vinden. Ik ben bereid het voorstel tot het voteren
van dit krediet te aanvaarden, maar wil u toch wel verzoeken eens
contact op te nemen met bepaalde groeperingen in Breda, zodat deze
stad aan het eind van oktober een wat vriendelijker aanzicht krijgt.
Ik meen dat dit met weinig moeite en kosten te bereiken is. U zoudt
een beroep kunnen doen op de winkeliers van de winkelstraten in het
centrum om feestverlichting aan te brengen. Dat doet men toch ge
woonlijk drie tot vier weken voor Sinterklaas. Verder kunt u alle ge
subsidieerde Bredase muziekkorpsen door de binnenstad en de buiten
wijken laten trekken, terwijl ik u bovendien wil voorstellen pogingen