18 SEPTEMBER 1969 502 De heer VAN BANNING: Het raadslid Kroon heeft de vorige keer een vraag gesteld over het volkstuincomplex Plaswijk en het antwoord daarop hebben wij thans bij de stukken kunnen vinden. Het heeft mij enigszins verwonderd dat ik bij de raadsstukken van vandaag niet de brief van 1 september van het Algemeen Verbond van Volks- tuindersverenigingen in Nederland heb aangetroffen, een brief die gericht was aan de raad der gemeente Breda. Ik wil u thans verzoeken deze brief de volgende keer als agendapunt aan de orde te willen stellen. Tevens vestig ik uw aandacht op een brief die ik u op 2 juli inzake de volkstuinen in Plaswijk heb geschreven en waarin ik bepaalde informatie heb gevraagd. De VOORZITTER: Mijnheer van Banning, ook wij betreuren het dat de vragen niet gelijktijdig zijn behandeld. Uw brief is ons vanzelfsprekend bekend en een en ander had beter gesynchroniseerd kunnen zijn. Wat de brief van de volkstuinders van 1 september betreft is het de bedoeling dat deze in de oktobervergadering, voorzien van een preadvies van het college, aan de orde wordt gesteld. De heer WOESTENBERG: Waarmee de vorige spreker is ge ëindigd wil ik beginnen, namelijk het volkstuincomplex Plaswijk. Ik heb daarover laatst vragen gesteld en daarop heb ik ook een ant woord gekregen. Volgens De Stem ben ik daarmee het bos ingestuurd. Ik heb geen enkele binding met een ander gemeenteraadslid, maar niettemin krijg ik ten antwoord dat ik word verwezen naar wat de heer Kroon als antwoord had gekregen. Mijn vraag was echter geheel anders dan de zijne. Ik heb gevraagd of er in of in de buurt van het Mastbos of elders op Bredase grond geen plaats vrij te maken is voor volkstuinen ten behoeve van de mensen die jaren en jaren hun vrije tijd op hun stukje grond in Plaswijk hebben doorgebracht. Nogmaals, het verwijzen naar een aan een ander raadslid gegeven antwoord be vredigt mij helemaal niet, omdat ik geen enkel contact met dat raadslid heb. Als tweede punt wil ik vragen waarom de zaterdagmorgen of de zaterdag als geheel als mogelijkheid om de ter inzage gelegde stukken te lezen is afgeschaft. In de zeer nabije toekomst zal het voor mij en de onzen de enige dag zijn waarop wij de stukken kunnen bestuderen. Graag wil ik daarom vragen of deze mogelijkheid weer op zaterdag kan worden geboden. Mijn derde vraag betreft de Haagdijk. Ik heb al een paar keer gevraagd daar de blauwe zone in te voeren. Ik heb nu een eigen onder zoek ingesteld onder de mensen die hiermee te maken hebben. Zij zei den dat, als b. en w. er per se een blauwe zone wilden maken, beter parkeermeters zouden kunnen worden geplaatst. Daarvoor bestaat heel veel belangstelling, zowel van de zijde van de winkeliers als van die van de particulieren. Dit laatste is merkwaardig, want men zou ver wachten dat particulieren daarmee niet blij zouden zijn, maar zij zijn dat toch wel, want zij ergeren zich thans dagelijks aan het dubbele parkeren dat ter plaatse zeer veel voorkomt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 502